onsdoen-afrika.reismee.nl

Ons dagboek 17-12-2011 t/m 06-01-2012

Senchi (Ghana) 17-12-2011

Het is hier veel minder benauwd dan in Accra en hebben daardoor heerlijk geslapen. Vandaag hebben we lekker relaxt gedaan aan het Volta meer. We hebben gisteren twee volle waszakken aan de receptie afgegeven die dat voor een goed prijsje wassen. Hierdoor heeft Wendy ook een relaxt dagje, alhoewel zij geen 5 minuten stil kan zitten! Van wie zou zij dat nou hebben ;-)...
We lezen wat in de Lonely Planet en kijken naar waypoints van andere reizigers om plannen te maken voor de komende week. Het is tenslotte belangrijker wat je WEL doet op reis, dan wat je NIET doet. We hebben even getwijfeld om vandaag in het meer te gaan zwemmen, maar we hebben het toch maar niet gedaan. Er zwemt namelijk niemand in het meer en we zijn bang dat we die vervelende worm (Bilharzia) op doen. Straks maar weer een heerlijke koude douche, ook verfrissend! Er vaart geregeld een partyboot voorbij met harde muziek. Op de zijkant van die boot staat: “Only for happy people”. We zien alleen maar chagerijnige gezichten op die boot en alleen de kapitein staat te dansen? Dat tripje is vast niet zo heel leuk...!? De hele dag ligt er ook, dichtbij ons, een jongen met een plaatselijke roeiboot ons aan te gapen. Hij heeft ons in de ochtend wijs gemaakt dat hij boottochtjes met toeristen doet en wil ons ook wel een tripje aanbieden. Wij hebben bedankt voor zijn diensten, maar kennelijk zijn wij de enige toeristen hier want hij blijft de hele dag met zijn bootje bij ons in de buurt liggen. Alsof we dan wel een tochtje met hem gaan doen? Het is soms heel vervelend en moeilijk te relativeren hoe de plaatselijke bevolking je vaak lang en ongegeneerd aan blijft kijken. Alsof die mensen iets zien wat ze nog nooit eerder hebben gezien? Is het omdat we blank zijn, of omdat we een tent op het dak van de auto hebben, of gewoon omdat zij gewoon nog nooit zulke aantrekkelijke mensen hebben gezien... !? (Vast dat laatste, hahahaha!!) Als we erom vragen, is er geen probleem en na enkele minuten vertrekken die mensen weer. Het is iets waar we maar mee om moeten leren gaan, want je kunt het die mensen gewoon niet goed wijs maken dat het onbeschoft is om zo naar iemand te staren. Blijkbaar een fatsoennorm die zij hier niet kennen?

Senchi – Wli (Ghana) 18-12-2011

We besluiten vandaag door te rijden naar Wli. Het personeel hier is arrogant en wil overal geld voor hebben. Zo zijn we gister op het terras wat gaan drinken en hebben gevraagd of onze laptop opgeladen kon worden ergens op het terras. Dat kon, maar wel voor 1 Cedi per uur. Uiteindelijk begon ze te lachen maar als wij niet met het lachen waren begonnen, meende zij het ook, denken wij. Daarbij betalen we volgens ons ook teveel voor het kamperen, 10 Cedi (ca 5 euro) p.p.p.n. We staan hier trouwens niet achter een hek en er loopt ook geen bewaking rond in de nacht. Gistermiddag kwamen er ook lokale mensen een biertje drinken op de zogenaamde kampeerplaats. Dus kennelijk is het hier gewoon gemeentegrond dat wordt verhuurd door dit guesthouse? Zo kun je wat extra verdienen met grond die niet van jou is? Voor het guesthouse mooie verdiensten, maar voor ons wellicht toch beter om te gaan i.v.m. de mogelijkheid dat bepaalde mensen wellicht op het idee zouden kunnen komen om ons te beroven, helemaal als er geen hek of bewaking is.
We doen in de ochtend nog wat klusjes, we luchten het beddengoed en doen de afwas. Het wasgoed vouwen we op en stoppen we in onze backpacks. Ik check nog even het oliepeil van de tussenbak, dat in orde is. We rekenen de twee overnachtingen af en rijden richting Wli. De weg zit vol putholes dus we doen over 100km, 2 uur. Onderweg worden we 3 keer staande gehouden door de politie. Dit keer willen ze alleen weten waar we vandaan komen en waar we naartoe gaan. Om 13.00 uur arriveren we bij de Waterfall Lodge dat eigendom is van een Duits echtpaar. We worden hartelijk ontvangen en doen ons te goed aan een koud cola’tje op het terras. We krijgen de menukaart te zien en het is niet eens zo duur om even lekker “Westers” te eten, dus besluiten we dat vanavond hier te gaan doen. Laat in de middag komen er nog twee oude bekenden de camping opgereden, onze Zuiderburen in hun lelijke Eendje. Dat is dan de derde keer dat we elkaar ontmoeten. Na het avond eten delen we nog wat reisverhalen met ze en gaan dan naar bed. Morgen gaan we een wandeling maken naar de Wli watervallen.

Wli (Ghana) 19-12-2011

Het koelt hier in de nacht lekker af dus hebben we heerlijk geslapen. We worden rond 7 uur wakker door de andere gasten die vroeg aan het ontbijt gaan. Maar goed dat we worden gewekt want we wilden graag lekker vroeg naar de Wli watervallen wandelen i.v.m. de warmte in de middag. Na ons ontbijt starten we de motor even om de tweede accu weer bij te laden. De gastvrouw komt ons vragen of we vertrekken. We leggen uit dat we dit moeten doen voor de accu, voor onze koelkast. Ze vraagt of we een verlengsnoer hebben want dan mogen we wel elektriciteit van hier gebruiken. We hebben wel een haspel mee, maar deze is maar 10 meter. De gastvrouw komt vervolgens aanzetten met een verlengsnoer van wel 25 meter. Nu hoeven we hier niet in de ochtend de auto een kwartier te laten draaien, goed geregeld. We lopen vervolgens naar de ingang van het Wli park. Daar betalen we de entree en krijgen een gids toegewezen. De gids heet Mattew, is 39 jaar en heeft gisteravond duidelijk een paar drankjes te veel gedronken. Hij heeft nl een behoorlijke kegel, maar dat maakt hem er niet minder gezellig op. Hij is erg enthousiast en vertelt over de rivieren die wij passeren en over de verschillende bomen en planten die hier groeien. De eerste kilometers zijn vlak maar dan slaan we af en gaan bergopwaarts. We krijgen aan het begin van dit pad een wandelstok van Mattew uitgereikt. In eerste instantie denken we deze niet nodig te hebben, maar al gauw kwam die wandelstok toch goed van pas. Het is een pittige wandeling door de bush en na 2 uur steil omhoog te hebben gelopen is het uitzicht op de “Upperfall” geweldig. We zijn de enigen deze ochtend die deze wandeling doen, dus we hebben de waterval helemaal voor onszelf. Omdat het zweet echt overal staat nemen we een verfrissende duik in het water en ik neem een douche onder de waterval. We genieten een halfuurtje van al het watergeweld, drinken wat water en nemen een broodje voordat we dezelfde route weer terug wandelen. Als we naar beneden lopen zien we pas hoe steil het is en Wendy krijgt er knikkende knietjes van. Als we bijna weer beneden zijn komen we een andere groep toeristen tegen die de lange weg nog omhoog moeten lopen. Later zien we dat de helft van die groep tot het eerste uitzichtpunt is gelopen (kwartiertje omhoog) en toen alweer terug is gekeerd, watjes! De “Lowerfall” is makkelijk te bereiken en ook hier nemen we weer een verfrissende duik in het water. Terug in het dorp kopen we nog wat brood en nemen afscheid van onze gids Mattew. Terug in de Waterfall Lodge trakteren we onszelf op een heerlijke lunch met lekkere vette patatjes, sla en een satetje. De rest van de middag brengen we al luierend door, wat hebben we het toch slecht...

Wli (Ghana) – Kloto (Togo) 20-12-2011

We worden ruim voor zessen gewekt door een paar Duitsers die gisteren in de lodge zijn aangekomen, ze kunnen absoluut niet zachtjes doen en zijn goed aanwezig. Na het ontbijt rekenen we af en krijgen van de eigenaresse de tip dat we ook in Wli de grens over kunnen. We rijden weg van de Waterfall Lodge en binnen 5 minuten staan we bij de grens. Het is nog vroeg en kennelijk hebben alle beambten een ochtendhumeur want er kan maar net met pijn en moeite een goeiemorgen vanaf. Als ik de paspoorten afgeef moet ik, volgens de beambte van immigratie, eerst naar de douane om ons Carnet af te laten stempelen. Ook weer zoiets, het eerste kantoor dat je aandoet is immigratie maar ik moet eerst naar het laatste kantoor, de douane? Als zij arrogant doen kan ik dat ook dus ik zeg: “ Ik wil wel naar de douane maar dan gaan onze paspoorten met mij mee, want waar ik ga, gaat mijn paspoort ook. Dat werd kennelijk niet echt gewaardeerd, maar ik krijg de paspoorten terug. De douane is wel goed gemutst en ons Carnet is zo afgestempeld. Terug bij immigratie krijg ik twee formulieren in mijn hand gedrukt en er wordt mij gevraagd of Wendy zich ook even kan komen melden. Wendy blijft bij de grensovergangen altijd in de auto zitten, vandaar. Als ik mij zonder iets te zeggen omdraai om Wendy te halen, wordt er naar mij geroepen waarom ik wegloop. Ik reageer niet en loop door. Tja, Wendy zal toch moeten weten dat zij ook naar het kantoortje moet komen. Ik heb het helemaal gehad met de autoriteiten in dit land. In de 16 dagen dat wij hier in Ghana hebben rondgereisd zijn we ontelbare keren aan de kant gezet door de politie. De een wil ons een boete aansmeren en de ander gewoon een praatje houden. Ik was er vandaag even helemaal klaar mee! Door deze aktie – reactie is de sfeer gespannen in het immigratiekantoor. We lopen samen terug naar het kantoortje en vullen de formulieren in. Als ik klaar ben met invullen hoor ik achter mij 1 van de beambten roepen: “ Bring it, bring it”! op een zeer denegrerende toon. Nu schiet ik uit mijn slof en vraag wat hier in godsnaam het probleem is! Vanaf de eerste stap in dit kantoor wordt er zeer onaangenaam gecommuniceerd en ik zeg tegen de beambten dat wij toeristen zijn en geen terroristen en dat ik ook geen hond ben. Want op de manier hoe de beambte wil dat ik mijn paspoort aan hem geef, commandeer je een hond en niet tegen een mens! Daarbij zeg ik hem dat hij blij moet zijn dat wij zijn land bezoeken en een hoop geld meebrengen waar Ghana goed bij gebaat is! Dat als zij, de autoriteit, op deze manier toeristen blijft behandelen er geen toerist meer zal komen. Een van de drie begrijpt het en komt naar mij toe en geeft mij een hand en zegt daarbij: “ No problem Boss, everything is okay!” Onze paspoorten worden van top tot teen bekeken, afgestempeld en we mogen gaan. We wensen de drie nog een Merry Christmas en we krijgen zowaar een Merry Christmas en een glimlach terug, ze kunnen het wel... We rijden 1km in niemandsland en komen bij de grens van Togo. Daar gaat alles heel soepel , alleen ons Carnet moet bij een dorp 12km verderop worden afgestempeld. We rijden vervolgens Togo in en dat gaat bergopwaarts. Een mooie rit waar het zo steil is dat we af en toe terug moeten schakelen naar de eerste versnelling. Bij het dorpje stempelen we ons Carnet en rijden richting Kpalime. Daar pinnen we weer de ons reeds bekende CFA en doen nog wat boodschappen op de markt. Daarna rijden we Kpalime weer uit en rijden de bergen in. We verblijven in Auberge Nectar net buiten Kpalime in het dorpje Kloto. Die naam hebben wij ook niet verzonnen! Daar worden we welkom geheten door Emanuel en David. Emanuel is chefkok in de auberge en David biedt zichzelf aan als gids. We lunchen in de Auberge en besluiten morgenochtend met David de omgeving te gaan bezichtigen. Er moeten hier prachtige cacoa en koffie plantage’s zijn en wederom een waterval met een klein poeltje waar je in kunt zwemmen. In de middag doet Wendy de was en ik geniet van het zonnetje...

Kloto (Togo) 21-12-2011

Onze tour met David begint om 8 uur en wij staan, als echte Hollanders, stipt op tijd klaar. Het is voor ons weer even wennen want hier in Togo wordt weer Frans gesproken. David spreekt een klein beetje Engels, gelukkig. Hij heeft een vlindernet meegebracht en later blijkt dat de vlinders die hij onderweg vangt, hij deze op een vakkundige manier doodmaakt en meeneemt. Hij vertelt dat de vlinders ongeveer 4 weken moeten drogen in de zon voordat hij ze kan verkopen in een mooie collage. We lopen eerst door het dorpje en slaan dan de bush in. Tijdens onze wandeling laat David ons diverse specerijen zien, ruiken en proeven. We zien o.a. hoe Papijja’s, koffie, cacao, katoen, bananen groeien en proeven cacaobonen en een stukje van de colanoot. David laat ons ook zien waarmee de lokale bevolking zichzelf schildert en/of waarmee zij hun “artwork” kleuren. Van verschillende planten en bomen komen natuurlijke sappen met diverse kleuren. Wij worden ook door David beschilderd en ook maakt hij een mooie tekening op een blad. We houden een korte pauze bij een kleine waterval met een poel en daar moet natuurlijk even in gezwommen worden. Na een mooie wandeling zijn we om 12.30 uur weer terug bij de auberge daar heb ik mijzelf even nuttig gemaakt om alle foto’s die wij tot nu toe hebben gemaakt op CD te branden. Mocht de camera of laptop stuk gaan of gestolen worden, hebben we nog altijd de CD’s met onze herinneringen. Morgen vertrekken we naar Lome, de hoofdstad van Togo.

Kloto – Lome (Togo) 22-12-2011

Als we niet worden gewekt door de warmte of de zonsopkomst dan is het wel door de straatveger. Elke ochtend vegen ze hier in West Afrika hun eigen stukje straat schoon en dat doen ze met een roe. Geen bezem met een steel, nee, met een bos takken bij elkaar geknoopt en gebukt vegen? Lekker ergonomisch? Tijdens het ontbijt komt Emanuel naar ons toe en zegt dat wij nog moeten betalen voor het stroom dat wij hebben gebruikt. We hebben met ons verlengsnoer de koelkast voorzien van 220V. Ik probeer hem uit te leggen dat dit volgens ons is inbegrepen bij het kamperen, anders hadden zij dit vooraf moeten zeggen. Emanuel zegt ons, dat hij is gestuurd door de eigenaresse van de Auberge. We weigeren te betalen en Emanuel gaat dit bespreken met de eigenaresse. Even later komt hij terug en zegt dat het oke is. Zo proberen die Afrikanen op alle mogelijke manieren toch weer een extra centje te verdienen (van de toerist af te troggellen). De volgende overlanders die naar Auberge Nectar gaan, en die stroom willen gebruiken, zullen nu vast vooraf te horen krijgen dat dit extra kost ben ik bang. Na het ontbijt rijden we richting Lome. Een mooie route en de weg is redelijk. In de stad is het, zoals het in iedere Afrikaanse grote stad is, een gekkenhuis qua verkeer. We moeten dwars door het centrum richting Auberge Chez Alice. Lome is de enige hoofdstad in de wereld waarin (of waar tegen aan) een landgrens ligt, die van Ghana met Togo en vice versa. We rijden langs de kust en zien in de oceaan veel containerschepen liggen die in de wacht staan om de haven van Lome binnen te varen. Aangekomen bij Chez Alice doen we heel rustig aan want de luchtvochtigheid is hoog en de temperatuur ook. Als je alleen al je glas met koude cola optilt loopt het zweet al langs je rug. We kamperen op het tweede gedeelte van Chez Alice, dat ligt dichterbij het strand en verder van de doorgaande weg. Op de camping staat een fransman met een camper die een flink verlengsnoer heeft uitgerold. We vragen of wij bij hem ons verlengsnoer bij kunnen prikken en dat is geen probleem. In de middag zitten we in het restaurant om onze mail te checken en de website bij te werken. We bestellen hier een overheerlijke Wiener Schnitzel met gebakken aardappelschijfjes bij, want het is geen weer om zelf te gaan koken... Pffff... wat is het hier heet!

Lome (Togo) 23-12-2011

Wat een nacht! Alle ramen open van de tent, slaapzak aan de kant, zo min mogelijk bewegen en nog breekt het zweet ons aan alle kanten uit. Hierbij zijn we gisteravond in het restaurant ook nog allebei flink gestoken door muggen en hebben we verschrikkelijke jeuk, wat soms nog erger is dan pijn! We zijn dus erg vroeg wakker, maar doen alles heel rustig aan. Vandaag staat in het teken van visums halen. De bedoeling was die van Gabon en Benin. Omdat het stikt van politie in de grote steden, hebben we besloten om hier zo min mogelijk met eigen auto door de steden te rijden. Want een buitenlands kenteken met twee blanken erin is voor menig politieagent hier de jackpot bij Holland Casino. We vragen de barman van Chez Alice of hij nog een goede “snorder” weet. Hij belt iemand op en die staat binnen een afrikaans halfuurtje (1 uur) bij Chez Alice voor de deur. We spreken een uurtarief af en rijden de stad in. We hebben natuurlijk de Garmin mee zodat onze snorder geen extra uurtjes kan maken in de stad ;-). We rijden in een Nissan Micra door de stad en onze chauffeur is een ware Schumacher, hij scheurt over de putholes alsof ze er niet zijn. Nu merken we ook goed hoe comfortabel onze Dizzy is. Wendy stuitert zo’n beetje over de hele achterbank heen en weer. Aangekomen bij de ambassade van Gabon krijgen we te horen dat Wendy naar binnen mag, maar ik niet. Ik draag een korte broek en hiermee mag ik de ambassade niet in. We vragen of het geen probleem is als Wendy ook mijn aanvraag doet voor een visum. Dat is geen probleem dus Wendy gaat met alle papparazzen naar binnen en ik zit buiten op de stoep met onze Togoleze Schumacher. Tijdens het wachten komt daar ineens een straatverkoper langs met allemaal lange broeken. Ik ben vast niet de eerste en ook niet de laaste die hier in korte broek is gekomen ;-). Ik roep de man naar mij toe en vraag of hij toevallig mijn maat heeft. Hij haalt al zijn broeken tevoorschijn en houdt deze 1 voor 1 voor mij om de maat te checken. Hij heeft er drie in mijn maat, een zwarte, witte en een caki kleur. De zwarte en witte zijn 2000 CFA (3,5 euro) en de Caki 3000 CFA (5 euro). Mijn voorkeur gaat uit naar de Caki. Schumacher komt mij helpen met afdingen en hij krijgt het voor elkaar dat ik de Caki broek voor maar 1000 CFA (1,75 euro) kan kopen. Ik reken af en stap achter in de Nissan Micra om mij om te kleden. Met mijn lange broek aan stap ik de ambassade weer binnen en ga op zoek naar Wendy. Als ik haar gevonden heb kijkt ze me verwonderd aan en vraagt mij of ik op en neer ben gereden naar de camping. Lachend zeg ik dat ik deze broek net heb gekocht, en dat het nog een echte Levi is ook!!! Bij de Gabonese ambassade gaat het allemaal wat stroef. Eerst kregen we te horen dat het niet mogelijk is hier een visum te krijgen omdat we niet rechtstreeks naar Gabon vliegen. Als we een tijdje staan te praten met een mannetje die daar ook zit te wachten en wat Engels kent, komt de vrouw van de receptie ons nog een aantal dingen vragen. Zoals wanneer moet ons visum ingaan en hoelang we willen blijven. Dan krijgen we ineens wel een aanvraagformulier voorgeschoteld die we mogen invullen... De vrouw maakt ons duidelijk dat zij de aanvraag in behandeling zal nemen en maandag moeten we dan maar terugkomen om te horen of we het visum krijgen, of niet. Op ons aanvraagformulier vullen we in dat we een visum willen hebben vanaf 1 februari 2012 t/m 1 mei 2012, een visum voor 3 maanden. Typisch Afrikaans, maar dat kan weer niet? Hoezo niet? Nou, ze willen exact weten wanneer je het land binnen gaat en er weer uit gaat. Aan de hand van deze gegevens geven ze je een visum voor 1, 2 of 3 maanden. We denken zo’n 2 weken in Gabon te willen verblijven, maar het is moeilijk in te schatten welke 2 weken dat binnen die 3 maanden zullen, dus besluiten we deze aanvraag maar te skippen en deze opnieuw te doen in Abuja, Nigeria. Daar weten we vast beter hoe/wat qua data. We rijden vervolgens met Schumacher naar de ambassade van Benin, die natuurlijk weer aan de andere kant van de stad ligt. We zijn er om 11.30 uur. Net op tijd want tussen 12.00 en 15.00u is de ambassade gesloten. Binnen moeten we twee dezelfde formulieren invullen. We gaan nu natuurlijk niet meer zo eerlijk zijn met het aantal dagen dat wij in een land willen zijn. We nemen het maximale, het zekere voor het onzekere, 1 maand. Als onze formulieren worden nagekeken door de secretaresse plakt zij heel nauwkeurig en tergend langzaam onze pasfoto’s op de formulieren. Door deze aktie is het inmiddels 12.05 uur voordat wij door mogen naar het volgende kantoortje. Daar zit de ambassadrice telefonerend achter haar bureau en wenkt ons binnen te komen. Als zij de telefoon ophangt is het eerste wat zij zegt, dat wij te laat zijn, het is 5 over twaalf. We blijven vriendelijk lachen maar van binnen kunnen wij haar wel over het bureau heentrekken en haar eens goed de waarheid vertellen. We moeten 10.000 CFA per visum betalen en moeten dan weer op de gang wachten. Na een kwartier worden we weer de kamer ingeroepen en krijgen we ons paspoort met visum terug. We kijken naar het visum en zien dat wij een visum hebben gekregen voor maar 15 dagen. Wij zeggen tegen de vrouw dat dat niet goed is want we hebben 1 maand aangevraagd. Ja, maar die kost 15.000 CFA per visum, zegt de vrouw. Had ze in eerste instantie onze aanvraag beter gelezen had ze gelijk het juiste bedrag aan ons kunnen vragen. Kennelijk omdat Benin niet zo’n groot land is, vragen de meeste toeristen een visum aan voor maar 15 dagen en is ze daar zonder meer van uit gegaan. Er komt een grote stempel op ons visum met rode inkt “ Annule” en we moeten weer plaats nemen op de gang. Tja, want bij een visum zetten in je paspoort mag je als toerist natuurlijk niet bij zijn? Na 10 minuten worden we weer geroepen en krijgen ons paspoort terug met een juist visum. Schumacher brengt ons terug naar Chez Alice en daar beslissen we morgen maar weer te vertrekken van hier. Het is hier verschrikkelijk heet en de stranden zijn hier ook niet echt heel erg mooi (uitzicht op vrachtschepen). In de bergen was het een stuk aangenamer. In de middag en avond mailen we nog wat en zoeken bezienswaardigheden op in Togo en Benin. In de avond eten we hier Braadworst met Rosti, erg lekker!!!

Lome – Atakpame (Togo) 24-12-2011

De wekker stond op 6 uur maar jullie raden het al, voor die tijd waren wij allang wakker. We willen voor de drukte door de stad zijn en rijden om 6.30 uur al bij Chez Alice vandaan. We hebben als waypoint Atakpame en dat ligt ongeveer 150 km van Lome vandaan. De weg ernaartoe is goed met af en toe een puthole die we moeten ontwijken, maar dat mag geen naam hebben. Rond 11.00 uur zijn we al in Atakpame, hier tanken we af en doen wat boodschappen op de markt. Zo’n afrikaanse markt is altijd weer een belevenis. Op alles wat we kopen moet we afdingen en die franse telwoorden blijven lastig. We nemen nu op voorhand maar pen en papier mee zodat de mensen het voor ons op kunnen schrijven wat iets kost. We verblijven op de binnenplaats van hotel Le Sahelien en morgen rijden we naar het plaatsje Kara zo’n 250km hier vandaan.

Atakpame – Kara (Togo) 25-12-2011

Vrolijk kerstfeest allemaal! Wij hebben kerstnacht samen met, volgens ons, alle inwoners van Atakpame gevierd. We waren er niet letterlijk bij aanwezig, maar hebben wel de hele nacht wakker gelegen van de nachtclub hier om de hoek. Gebroken besluiten we er om 5.45u maar uit te gaan, want slapen komt er toch niet meer van. Om 6.30u rijden we de poort van het hotel uit en kopen langs de weg nog een brood voor het ontbijt. De etappe van vandaag gaat naar het plaatsje Kara in het noorden van Togo. De weg is redelijk maar er zitten stukken in die erg verradelijk zijn met hele diepe gaten die vanuit het niets opdoemen. Niet eerst even een waarschuwing aan de hand van kleine gaten, nee direct hele diepe, waar je echt stapvoets doorheen moet rijden of heel snel voor moet uitwijken en dat laatste kan helaas niet altijd vanwege tegenliggers.
Togo is een lang, uitgerekt en smal land en heeft hierdoor verschillende soorten flora en fauna. Aan de kust is het tropisch, maar zodra we meer in het noorden komen verandert dat in savanne. De temperatuur daalt ook licht, wat wij wel prettig vinden! De laatste kilometers voor het plaatsje Kara gaan we omhoog de bergen in. Rond 13.00u arriveren we bij camping Marie Antoinette waar we onze kerstlunch nuttigen: een lekker patatje met ketchup (en onze eigen Zaanse mayonaise). Ondertussen skypen we nog even met de familie, zijn we er toch nog een klein beetje bij met de Kerst. In de middag doen we vrijwel niets, lekker lui op het terras zitten. Het is tenslotte ook vakantie. Aan het einde van de middag rijden we naar de campingplaats die ongeveer 2 a 3 honderd meter van het restaurant af ligt. Als we de binnenplaats van de camping oprijden, zien we dat we het rijk alleen hebben. Tijdens het opzetten van de tent beslissen we dan ook dat we hier nog een extra nachtje zullen blijven, zodat we uitgerust richting Benin kunnen vertrekken.

Kara (Togo) 26-12-2011

We hebben heerlijk geslapen. Het koelt hier in de avond zo erg af dat we voor de verandering weer eens ons slaapzak over ons heen moesten trekken. Gisteravond werden we nog getrakteerd op een echte afrikaanse drumsessie met zang en dans. Aan de overkant van de camping staat een soort van dorpshuis waar een klein feestje werd gehouden ivm de kerst. Vandaag doen we weer wat klusjes. Wendy doet de was en ik vul de watertank en maak het waterfilter schoon.
Omdat we vandaag niet zoveel beleven, zal ik een aantal vragen proberen te beantwoorden die wij via de mail of skype van jullie krijgen. Zoals jullie weten slapen wij in de tent op het dak van de auto en de vraag is dan, wat doen wij, als we midden in de nacht naar het toilet moeten? Wij hebben van Arjan en Inge (de vorige eigenaren van Dizzy) de tip gekregen om Uribags te kopen (effe googlen). Dit zijn speciaal ontworpen goed afsluitbare plaszakken van latex voor man en vrouw die je na gebruik (de volgende ochtend) leeggiet in het toilet of bush en vervolgens met schoonwater omspoelt. In het begin was het ‘wat vreemd’ om naast je partner in zo’n zak te moeten plassen maar alles went en alles beter dan in het pikkedonker de trap af te moeten op zoek naar het toilet of geschikte struik/boom. De volgende vraag was, genieten jullie wel van de reis en is het tot nu toe wat jullie ervan verwacht hadden. Wij genieten enorm van alle mooie natuur en vooral ook van het buitenleven. Tuurlijk krijgen jullie steeds verhalen te lezen van vervelende politie, grensovergangen en visumaanvragen, maar dat zijn dan ook weer de “spannende” en “hilarische” verhalen die wij graag met jullie delen en waar toekomstige overlanders misschien bruikbare tips aan overhouden. Of de reis voldoet aan onze verwachting is moeilijk te beantwoorden omdat we nog maar net 2 maanden onderweg zijn. In het begin was het erg zoeken naar het juiste evenwicht. Omdat wij het plan hebben (hadden) om binnen 6 maanden in Kaapstad te zijn en vervolgens weer binnen 6 maanden naar Amsterdam te rijden, voelde het in het begin aan alsof we met een race bezig waren. We waren misschien iets teveel bezig met, we moeten dan ongeveer daar zijn en dan daar en dan hadden we natuurlijk ook nog een paar tegenslagen waardoor we wel door moesten (ongelukje Hi-Jack en Kidnap Mali) enz enz. We hebben dit nu min of meer naast ons neergelegd en proberen niet meer dan 2 a 3 dagen vooruit te plannen, maar zelfs dat is soms niet mogelijk.
Dit is Afrika en er kan van alles gebeuren! Daar weten we onderhand een hoop vanaf! We hebben dan ook reeds een ‘stopwoordje’ of beter gezegd een ‘stopregel’ in het leven geroepen en die luidt:
“kun je rekenen? Reken er maar niet op!”
Ook werd gevraagd hoe/wat omtrent de gebeurtenissen in Nigeria van afgelopen weekend en de situatie/verkiezingen in de DRC. We zijn ons er van bewust dat dit risicolanden zijn, maar we kunnen er niet om heen willen we Zuid-Afrika bereiken. We zullen in deze landen ook alleen het noodzakelijke doen. In Nigeria moeten we een aantal visa halen en gaan dan snel door en ook door de DRC willen we z.s.m. heen rijden. Daarbij houden we het nieuws goed in de gaten en hopen dat het tegen de tijd dat wij er doorheen moeten, het allemaal weer wat rustiger is. De optie van verschepen vanuit Togo laten we voorlopig voor wat het is, aangezien we al diverse visa-aanvragen hebben lopen (en betaald) en het verschepen naar Namibie ontzettend duur is. Mocht de DRC problemen blijven geven, dan willen we de optie bekijken van verschepen vanuit Gabon.
Al met al, we genieten enorm van de mooie momenten en zijn ons er van bewust dat wij iets doen en ervaren waar veel mensen van dromen en/of plannen maken maar het uiteindelijk niet doen...

Kara (Togo) - Boukombe (Benin) 27-12-2011

Als de zon opkomt staan we op en breken de tent af. Vandaag hebben we Boukombe als einddoel en dat houdt in dat we weer een grensovergang hebben en wel naar Benin. Vanaf de camping is het een klein uurtje rijden naar de grens. Daar verloopt alles soepel en iedereen is heel meewerkend, mag ook wel eens een keer! De weg naar de eerste plaats die we aandoen, Djougou, is vrij nieuw en rijd lekker door. Al hebben ze in de dorpen die wij passeren flinke verkeersdrempels waar we stapvoets overheen moeten. In Djougou kopen we wat brood voor, inmiddels, onze brunch en rijden we vanaf hier richting de plaats Natitingou waar we in een supermarkt wat inkopen doen. De supermarkten hier zijn niet te vergelijken met die in Nederland. Meestal is het een klein gebouwtje met wat houten schappen, hebben ze niet veel keus en wat er staat is ook nog eens behoorlijk duur, zo ook hier. We pinnen nog wat geld bij de Ecobank en gaan vervolgens richting het dorpje Boukombe in het land van de Tata’s. Dit dorp ligt tegen de grens van Togo aan en hadden we ook via Togo kunnen bereiken, alleen hadden wij van andere reizigers gelezen dat die grensovergang geen Douana heeft . Zonder Douane kan ons Carnet niet worden afgestempeld en daarom zijn we met een kleine omweg hiernaartoe gereden. De laatste 25km zijn onverhard en er ligt over de gehele weg weer een flink wasbord dus we doen rustig aan. We passeren de laatste kilometers al diverse Tatawoningen, dit zijn net kleine kasteeltjes gemaakt van leem, takken en met rieten daken. Rond 13.30u arriveren we bij Auberge Belvedere. We worden hartelijk ontvangen door Edgar die ons een plek toewijst waar we kunnen kamperen. De Auberge is in restauratie en nog niet volop operationeel. Het toilet is een gebouwtje met een gat in de grond en de douche is een gebouwtje met een paar emmers water. Dat laatste is geen probleem, maar een gat in de grond waarin je je behoefte moet doen blijft toch een vieze gewaarwording. Wen gaat dan ook liever de natuur in, dan dat ze boven zo’n gat gaat hangen... Gelukkig is het maar voor 1 nachtje. We regelen gelijk een tourtje voor morgenochtend om het Tatadorp en een echte Tatawoning te bezichtigen.

Boukombe – Batia (Benin) 28-12-2011

Het is maar goed dat we gisteren even hebben nagevraagd hoelaat het was, anders waren we te laat wakker geworden. Hier in Benin is het namelijk dezelfde tijd als in Nederland, een uur later dan wij inmiddels gewend waren. Om 8 uur staan we klaar voor onze tour. Timothe is onze gids en spreekt natuurlijk alleen maar Frans. We starten vanaf de camping bij het huis van Timothe. Dit is geen Tatawoning omdat er geen verdieping op zit, maar heeft wel de vorm en het uiterlijk van een Tatawoning. We lopen verder over landbouwgrond en Timothe wil ons vertellen wat zij hier allemaal verbouwen, maar met de taalbarriere komen we niet verder dan pepertjes... We passeren een aantal Baobab bomen en komen dan bij de eerste echte Tatawoning, het is net een kasteeltje van de smurfen. Wij mogen deze woning van binnen bekijken en bij binnenkomst staan we direct in de keuken. Het volgende vertrek is de stal. Achterin de stal gaan we een trapje op en komen uit op het dak van de stal en de keuken. Op deze verdieping staan 4 torentjes, een toren is voor de opslag van de oogst en de anderen zijn slaapvertrekken. Het ziet er heel sprookjesachtig uit en is erg mooi gemaakt. Dit doen zij allemaal zelf en het duurt dan ook 4 maanden voordat zo’n Tatawoning klaar is. De buitenmuur van een Tatawoning is geheel ingekerfd en een typisch Tatakenmerk en oude traditie is dat alle kinderen vanaf hun tweede levensjaar op dezelfde manier in hun gezicht worden gekerfd. We vragen of we een foto van Timothe zijn gezicht bij de muur van de woning mogen maken en dat is geen probleem, hij poseert geduldig voor ons. Verder doen we een rondje door het dorp waarbij Timothe ons o.a. de de plaatselijke waterput laat zien. Met behulp van een voetpomp pompt men het water omhoog, wat vervolgens uit een grote kraan stroomt. Om gebruik te mogen maken van het water, moet Timothe maandelijks 500CFA betalen (zo’n 80 cent). Dat is niet veel, vergeleken met de prijzen bij ons, maar op zo’n moment besef je wel weer hoe bevoorrecht wij zijn met onze watervoorzieningen. We snoepen wat van de Baobabvrucht (Bonbons zoals Timothe ze noemt) en lopen gedurende 2 uurtjes langs de plaatselijke lagere school en diverse andere Tatawoningen.
Na de tour vertrekken we richting het nationale park ‘le Pendjari’. De weg ernaartoe gaat over onverharde wegen, waaronder veel stukken wasbord. Het is op de kaart een stukje van niets, maar we doen er toch weer ruim 4 uur over. Het landschap onderweg is prachtig en voert ons langs vele Tatawoningen. In de plaats Tanguieta tanken we af, kopen wat brood en rijden dan naar het plaatsje Batia, net voor de ingang van het Nationale Park. Hier verblijven we in Camp Numi. De eigenaar is een Duitser, die naast Duits heel goed Frans spreekt, maar weinig tot geen Engels. Als wij hem in ons “Frans/Duits/Engelse mix” vertellen dat onze auto hier 3 jaar geleden ook al is geweest, gaat er een lichtje bij hem branden. Hij kan zich de kastjes van binnen en de watervoorziening nog herinneren. Ja, de vorige eigenaren hebben daar destijds goed over nagedacht! En dat kunnen wij alleen maar beamen... ;-)

Batia (Benin) 29-12-2011

Het is hier aangenaam stil. We staan onder een dik pak bomen, dus we worden ook niet gewekt door de opkomende zon. Als we rond 8 uur (helemaal laat voor ‘OnsDoen’...) naast de auto staan worden we door Anton (zo heten toch al die duitsers?) gevraagd te komen ontbijten. Aangezien we geen brood hebben en alleen wat Cornflakes met melk, besluiten we hier te ontbijten. Na het ontbijt doet Wen de afwas, repareert een van mijn hemden en gaat alle kastjes door om de balans op te maken van ons rantsoen. Ik kruip onder de auto om weer even het oliepeil van de tussenbak te checken en die voldoet nog steeds. Omdat Anton hier een garage heeft demonteer ik de versleten rubbers van de linker achterste schokbreker en vraag aan Anton of hij misschien nog een paar rubbers heeft liggen. Er komen twee bakken vol met allerlei kleine auto onderdelen tevoorschijn en ik mag hierin kijken of er wat voor me bij zit. Ik vind twee rubbers die aardig overeenkomen en die monteer ik weer terug. In de middag doen we lekker niets, we hangen wat in onze kampeerstoelen en lezen een boek.

Batia (Benin) 30-12-2011

Vandaag is wederom een dag van het niets doen. We doen weer een ontbijtje bij camp Numi en maken daarna een wandeling naar het dorp. Het is wel weer eens tijd voor een beetje beweging dachten wij. Het dorpje Batia ligt ongeveer 1,5 km van camp Numi vandaan en in het dorp informeren we naar de entreeprijs van het nationale park Le Pendjari en lopen dan weer terug naar camp Numi. We gaan even bij het zwembad zitten die is gevuld met water uit de bergen, een natuurlijk zwembad met schoon/helder water. Omdat het een grote donkere betonnenbak is, is het alleen niet echt uitnodigend om er een duik in te nemen en houden we het bij pootje baden. ’s Avonds vragen we aan Anton wat de beste route is om door het NP te rijden. Inmiddels zijn we er ook achter dat onze Anton, geen Anton maar Alfred heet... We krijgen van hem een plattegrond te leen en hij wijst ons een rondje die wij in 1 dag kunnen rijden. We gaan lekker op tijd slapen, want morgen willen we om 6 uur in de ochtend in het park zijn.

Batia - Le Pendjari NP – Batia (Benin) 31-12-2011

De wekker gaat om 05.15u en we bergen snel de tent op. ‘As usual’ staan we precies om 6 uur bij de poort van het nationale park, maar zoals dat in Afrika gaat, is de vrouw die ons de tickets moet verkopen nog niet aanwezig. Zij moet eerst nog van huis worden gehaald. Uiteindelijk rijden we om 06.30u het park in. De wegen zijn van gravel en helemaal niet zo slecht. Het eerste uitkijkpunt heet Mare Bali. Dit is een grote waterpoel waar we krokodillen en diverse antilopen/herten zien. We rijden vervolgens verder richting Mare Sacre, vlakbij de grens met Burkina Faso. Onderweg zien we veel antilopen. Op een gegeven moment ziet Wendy in de verte een paar grijze gevaarten en zegt: “Huh? Wat staan daar dan?” Jahoor daar staan ze, olifanten!!!! Helaas staan ze wel een eindje van de weg en dus van ons vandaan maar dat mag de pret niet drukken. Niet veel later zien we in de verte een kudde olifanten de weg oversteken. We proberen dichterbij te komen maar als we eenmaal daar zijn, zetten de olifanten het op een lopen en zijn ze alweer een stuk verder de bush in. Toch blijft het een fascinerend gezicht die ‘kolossen’ in hun natuurlijke omgeving te zien, dit is wel even wat anders dan de Beekse Bergen... Bij Mare Sacre zien we een aantal Nijlpaarden in het water liggen en wat apen door de bomen vliegen. We rijden verder naar Hotel Penjari waar we onszelf trakteren op een lunch, het is tenslotte oudjaarsdag dus mogen we wel een keertje luxe doen. Na de lunch rijden we verder en de weg naar het volgende uitkijkpunt is een stuk slechter. In het regenseizoen hebben er blijkbaar heel wat olifanten over de weg gelopen, want nu zijn de voetstappen die in de modder staan opgedroogd en keihard. We stuiteren stapvoets richting het uitkijkpunt en daar zien we in de verte 1 nijlpaard en verder helaas weinig tot niets noemenswaardig. Vervolgens rijden we terug naar het eerste uitkijkpunt wat we aan hebben gedaan, Mare Bali, en onderweg stikt het van de antilopen. Soms schieten ze rakelings voor onze auto langs en dan zie je pas goed hoe groot die beesten zijn. Helaas zijn er alleen weer wat krokodillen en een antilope te bezichtigen bij Mare Bali en na daar een koud cola’tje te hebben gedronken rijden we terug naar camp Numi. We verlaten het park rond 19.00u, wat geen enkel probleem is. Eigenlijk zijn de openingstijden van 6 tot 17 uur, maar ze maken er niets van. Met hetzelfde ticket mogen we de volgende dag gewoon weer het park in. Bij camp Numi nemen we een heerlijke koude douche, even al het stof van ons afspoelen. Na de douche kopen we wat brood en een lekker koud biertje bij Alfred. Met een broodje worst en een koud biertje vieren we alvast ‘Oud en Nieuw’ want opblijven tot middernacht gaat ons niet lukken na zo’n lange dag.

Batia – Banikoara (Benin) 01-01-2012

Gelukkig nieuwjaar allemaal! Of Bon Annee, zoals ze het hier zo mooi zeggen...
Het was voor ons wel vreemd hoor om eens geen ‘Oud en Nieuw’ rond middernacht te vieren, dat is al heel lang geleden dat dat is gebeurd. In onze kindertijd werden we zelfs tegen twaalven gewekt zodat wij iedereen een gelukkig nieuwjaar konden wensen en mochten we het vuurwerk nog even zien. Nu lagen we rond 21.00u in bed, moe van een lange dag dieren spotten en rozig van de halve liter bier (niets meer gewend he!) en hebben elkaar om 7 uur de volgende ochtend maar een heel gelukkig nieuwjaar gewenst. Klinkt saai, maar wij vonden het wel prima eigenlijk. Verder was er hier toch niet veel te doen, het wordt hier nl niet zo gevierd als dat wij dat doen met oliebollen en vuurwerk en Alfred was ook niet echt gezellig aangezien hij er flink de balen in heeft dat hij, op ons na dan, geen gasten heeft. En ach, de afgelopen 2 jaar waren al spectaculair genoeg in Parijs en helemaal in New York...
Voor vandaag hadden we het plan om naar Kandi te rijden via het nationale park. Op onze Michelinkaart staat deze weg als een ‘wit streepje’ aangegeven en dus een grote verrassing... De eerste 15 km door het NP gaan, net als gisteren, goed en over een mooie gravelweg, maar dan wordt het al een stuk minder. We moeten door diverse droogstaande beekjes en komen op een gegeven moment uit bij een rivier van ongeveer 20 meter breed. In het water staan grote takken die de weg markeren waar je tussen door moet rijden. Wendy gaat alvast vooruit en gaat te voet door de rivier. Dit om de ondergrond te checken en om vanaf de andere kant even een actiefoto te kunnen schieten natuurlijk. Ik zet de auto in de lage giering en rijd de rivier in. Het water komt net boven de wielen uit. Ik zie Wendy ineens druk gebaren maken naar iets wat van de andere kant uit de bush komt. Een tegenligger, en ik rijd al halverwege en moet dan nog de steile wal oprijden. Gelukkig stopt de tegenligger op tijd en kan ik ver genoeg de wal oprijden. Zal je altijd zien, de hele weg geen tegenligger gehad en dan op dit punt!? Na de rivierdoorwading is de weg een stuk beter. Bij het dorpje ......... worden onze tickets van het NP ingenomen. Omdat vanuit dit dorpje drie wegen ongeveer dezelfde kant opgaan vragen we de weg naar het dorp Banikoara. We worden een kant op gewezen en krijgen hierbij de instructie om alsmaar rechtdoor te rijden en niet af te slaan. Als we het dorp verlaten wordt de weg steeds slechter. Op sommige plaatsen moeten we eerst wat takken breken om verder te kunnen rijden. Deze hangen nl zo over de weg dat we bang zijn dat die takken het zeil openscheuren van onze tenthoes. De weg gaat omhoog over hele grote keien en we moeten de auto in de lage giering zetten om omhoog te kunnen rijden. We moeten ook door diverse droogstaande beekjes heen en moeten daarbij zo steil naar beneden en weer omhoog rijden, dat de achterkant van de auto zo nu en dan de grond raakt. Als dit geen offroad rijden is!? Pfff wat een dag!
Aan het eind van de middag rijden we het plaatsje Banikoara in waar de weg gelukkig weer enigszins normaal wordt en waar ook het asfalt weer begint. Daar vragen wij bij een hotel, genaamd Nam Gourou, of het mogelijk is om op hun binnenplaats te kamperen. De receptionist moet daarvoor wat belletjes plegen. Als hij ons in het Frans het een en ander probeert uit te leggen, wordt het ons niet helemaal duidelijk wat hij nu wil. Als we vragen wat de prijs van een kamer is, doet die niet veel onder aan een doorsnee nachtje kamperen en dus besluiten we een kamer te nemen alleen voor het gebruik van de douche en het toilet, want slapen doen we natuurlijk gewoon in ons eigen vertrouwde bedje. Dat is allemaal geen probleem....
Dan bellen we allebei nog even naar huis om iedereen een goed en gezond nieuwjaar te wensen, werken de verslagen bij en halen een emmer sop door de auto wat geen overbodige luxe is...

Banikoara – Parakou (Benin) 02-01-2012

We weten nu wanneer ze in Benin het nieuwe jaar vieren en dat is in de nacht van 1 op 2 januari. In de hotelbar werd tot in de kleine uurtjes een feest gehouden waar veel jongeren op af kwamen. De binnenplaats stond vol met brommertjes en toen het feestje was afgelopen reden de bestuurders van deze brommertjes niet bepaald geruisloos weg van het hotel. Ondanks dat we hierdoor even wakker hebben gelegen, hebben we heerlijk geslapen en worden we tegen achten gewekt door een blatende geit. Jezus, wat was die aan het schreeuwen zeg, het leek wel alsof hij naar de slachtbank werd gebracht.
Als we alles weer hebben ingepakt rijden we naar het plaatsje Parakou zo’n 240km richting het zuiden. De weg is nieuw en rijd lekker door. We passeren weer een paar dorpen die allemaal op elkaar lijken. Vanaf het plaatsje Ndali wordt er volop aan de weg gewerkt. De oude weg is toe aan restauratie, want deze zit vol met gaten. We moeten voor dit stuk slechte weg ook nog tol betalen en dat bij een niet zo vriendelijke tolbeambte. Er staat nergens aangegeven hoeveel er betaald moet worden en als wij dat aan hem vragen wijst hij ergens naar. Ik rijd een paar meter achteruit om te kijken wat hij nou bedoelt. Hebben we een bord over het hoofd gezien? We zien niets en rijden weer terug naar de tolbeamte. De man is niet bepaald vriendelijk en Wendy maakt nu zelfs de opmerking: “ Zullen we dan maar gewoon doorrijden?!”. Dan komt er een een man aangelopen met een voucher in zijn hand. Hierop staat 500CFA. Ik geef de tolbeambte 1000CFA en de beste man begint te lachen en zegt dat we door mogen rijden. Ja das leuk, maar voor ik wegrijd wil ik eerst mijn wisselgeld!? De tolbeambte kijkt me enkele seconden aan en geeft me dan de 1000CFA terug met daarbij de voucher en zegt iets in het Frans. Hij wijst hierbij naar de munten die op ons dashboard liggen. Kennelijk heeft hij geen wisselgeld? Op het dashboard ligt maar 400CFA dus die geven wij hem en we willen verder rijden. Op het moment dat ik gas geef begint de tolbeambte te schreeuwen: He He!! Ik kijk de man aan, begin te lachen en zeg : “Merci Beaucoup!” koekje van eigen deeg zullen we maar zeggen en we rijden weg. Zo dat is vast de laatste keer dat hij een toerist in de maling neemt, wat een kokosnoot. In Parakou doen we Hotel Les Canaris aan om te vragen of wij op de binnenplaats kunnen overnachten. In eerste instantie kan dat niet, maar als we aanstalten maken om verder te gaan zoeken kan het ineens wel tegen een kleine vergoeding waarbij we zelfs gebruik mogen maken van de douche en toilet in een van de kamers. Nu is een hotelkamer hier in Afrika niet zoals een hotelkamer in Nederland en zijn we wederom erg blij dat we lekker in ons eigen bedje kunnen slapen, het lijkt wel een cellenblok! Als de slaapplaats voor vandaag weer is geregeld, gaan we op zoek naar een supermarkt om wat inkopen te doen, maar dat valt niet mee in Afrika. Zoals we al eerder schreven kennen ze een supermarkt hier niet bepaald en uiteindelijk vinden we dan ook in een kraampje langs de weg een deel van de boodschappen. Als we weer terug zijn bij het hotel vragen we of er misschien een internetcafe in de buurt is. Dat is ook zo typisch, als je hier de weg vraagt wijzen de mensen altijd een beetje in de lucht en zeggen dan:” Je moet daar heen, die kant op!” Ze zeggen niet 1e straat rechts, 2e straat links o.i.d. Nee, je moet die kant op... Oke!? Een taxichauffeur, op een brommer, weet ons meer gedetailleerd te vertellen dat er hier vlakbij een internetcafe is en wij lopen die kant op. En je wil het niet geloven maar er is idd een internetcafe op deons aangewezen plek!! Als we naar binnen stappen, krijgen we te horen dat er geen verbinding is en dat geldt voor geheel Parakou. Balen, want we verwachten een belangrijk mailtje van het visumbureau. Op de terugweg naar het hotel lopen we zowaar tegen een klein supermarktje aan en halen daar nog wat boodschapjes. Bij een telefoonzaakje even verderop kopen we een lokaal simkaartje zodat we de komende tijd wat beter bereikbaar zijn en waarmee we het thuisfront even kunnen smsen met de vraag of ze onze mail willen checken. Tja, als we het zelf niet kunnen, dan maar even ons hulptroepen inschakelen... (Ons telefoonnummer voor de aankomende 2 weken is: 0022994619360).

Parakou – Abomey (Benin) 03-01-2012

Tjonge, het is wel raak hoor iedere keer, zo ook deze nacht. De hele nacht heeft de nachtbewaking televisie zitten kijken en het lijkt erop alsof iedereen hier slechthorend is want overal waar geluid uitkomt staat hier op standje hard, harder, hardst! En alsof dit nog niet genoeg was, was er rond de klok van 3 uur ook nog een hond die zeker een halfuur tekeer ging als een bezetene. Ook al liggen we er iedere avond vrij vroeg in, gemiddeld rond 21.00u, we kunnen niet zeggen dat we zo lekker uitgerust raken op deze reis. Hopelijk kunnen we in het volgende plaatsje een keer de hele nacht doorslapen. Maarrrr kun je rekenen???? Reken er maar niet op... ;-)
Het was nog even zoeken naar de weg om Parakou uit te raken, maar uiteindelijk vinden we deze dan toch en rijden we richting Abomey, een plaatsje dat zo’n 280km meer naar het zuiden ligt. We kunnen lekker doorrijden want het asfalt is vrij nieuw en rond 13.00u zijn we dan ook al op de plaats van bestemming, Auberge Chez Monique. We worden hartelijk ontvangen door een Engels sprekende man, genaamd Mark. Eindelijk iemand die Engels spreekt! Hij wijst ons een plek in de tuin waar we kunnen kamperen. We staan midden in een beeldentuin en er wordt naast ons volop gewerkt door een beeldhouwer. Knap om te zien hoe hij met een grote bijl een kop vormt uit een grof stuk boomstam. Als wij dat proberen, gaat er waarschijnlijk overal hout van af, behalve daar waar het moet... Na de lunch gaan we naar een internetcafe hier net om de hoek. Als we daar aankomen krijgen we hetzelfde te horen als gisteren: “geen verbinding, misschien morgen weer”. Balen! De jongen van het cybercafe is wel zo aardig om ons te vertellen dat er in het centrum nog een internetcafe zit, die wel verbinding heeft. Dat internetcafe is hier zo’n 1,5km vandaan en hij vertelt ons ook nog ‘precies’ hoe we moeten lopen. Als we het internetcafe hebben gevonden, duurt het even voordat we worden geholpen. De man achter de kassa is zelf druk met het internet en niet echt klantvriendelijk. Als we eindelijk worden geholpen krijgen we een computer toegewezen en kunnen we voor een uurtje het internet op. Nou dat uurtje was niet genoeg om al onze mailtjes te lezen. Wat een trage inbelverbinding zeg, alsof we tien jaar terug gaan in de tijd! We hebben langer géén dan wel verbinding en als we na een uur nog maar 6 mailtjes hebben kunnen lezen (en niet eens op hebben kunnen reageren!) vragen we de niet zo vriendelijke man wat er aan de hand is met de verbinding hier. Hierop wordt niets gezegd, maar alleen maar stom om gelachen. Wendy schiet hierdoor even helemaal uit haar slof en probeert de man duidelijk te maken dat het heel onbeleefd is dat als iemand je iets vraagt, je dan geen antwoord geeft. Wij zeggen het toch ook als we het Frans wat zij spreken niet snappen. Maar tevergeefs, want wat dat betreft liggen de normen en waarden hier duidelijk geheel anders dan bij ons. De man zegt geen Engels te verstaan, maar begrijpt wel heel goed dat we langer nodig hebben om op onze mail te kunnen reageren. Hij zegt dat we dan maar nog een uur moeten nemen en betalen. En dan weer een verbinding hebben zeker die langer niet, dan wel online is!? Die is gek!! We geven de moed op en gaan weer terug naar de camping. Daar treffen we Mark weer. Hij blijkt een gids te zijn en wil ons graag een toertje aanbieden. We maken een afpraak dat hij na het avondeten maar even langs moet komen met wat hij te bieden heeft. Zoals afgesproken staat Mark na het eten weer voor ons neus en heeft een Franse reisgids bij zich, waarin hij staat vermeld en waaruit blijkt dat hij diverse tourtjes aan kan bieden. Hij heeft een goed verhaal en zijn Engels is redelijk te volgen. Aangezien we in HET land van de VOODOO zijn en het wel weer tijd is voor een cultureel uitstapje, kiezen wij ervoor om het museum, het oude paleis, het ondergrondse dorp en de Voodoo (Fetisch) markt te gaan bezichtigen. Mark komt ons morgen om 9 uur ophalen, beloofd hij.... Dat zal wel 10 uur worden, denken wij... We shall see! ;-)

Abomey (Benin) 04-01-2012

Het begon zo lekker rustig afgelopen nacht, maar tegen tweeen zaten we rechtop in ons tent te luisteren naar Celine Dion. Na een kwartier is Wen het zat en stuurt mij erop uit om polshoogte te nemen. Als ik de radio heb gevonden zijn er tot mijn verbazing geen mensen bij de radio aanwezig? Ik klim over het hek van het compound naast onze camping en trek de stekker van de radio er uit. Zo, de rust is wedergekeerd maar het duurt daarna nog wel even voordat we weer in slaap vallen.
’s Ochtends worden we (voor de verandering) gewekt door straatvegers rondom de tent. We ontbijten rustig en breken de tent op. Het is niet te geloven maar ‘ onze Mark’ meldt zich stipt op tijd! Hij rijdt op een brommer en wij rijden achter hem aan naar de eerste bezienswaardigheid “ The Old Palace”. Wij hadden een echt (groot) paleis in gedachten maar als we daar aankomen blijken het niet meer dan een aantal oude lemen hutjes te zijn die dicht bij elkaar staan met een muur eromheen. Mark vertelt over het Dahomeyan Kingdom en zijn Voodoo rituelen. Dan horen we ineens het gegrom van een leeuw. We worden naar een kooi begeleid en daar zitten 3 leeuwen in. In Artis hebben de leeuwen al niet zo heel veel ruimte, maar hier hebben ze nog minder en het is best zielig om 3 van die machtige beesten in zo’n klein hok te zien. Mark vertelt ons dat er elke 41 dagen een bepaald Voodoo ritueel wordt gehouden met de haren, poep en de urine van deze leeuwen. Dit om een bepaalde Voodoo god tevreden te houden en om er medicijnen van te maken. Als we zijn uitgekeken bij de leeuwen worden we richting de hut van de “Chief” begeleid. We moeten wel eerst ons schoenen uit doen want we komen op heilige grond. De Chief is een man van 82 jaar met een sterke drankkegel. Hij draagt een mooi kleurrijk gewaad en heeft een soort van wandelstok in zijn hand. Mark begroet hem door te knielen en zijn voorhoofd op de grond te drukken. Mark geeft aan dat wij dit ook moeten doen en daar gaan we hoor, braaf knielen wij ook allebei voor de chief! Hahaha wat een poppenkast! Maar ach, als zij daar blij van worden, wie zijn wij dan om het niet te doen toch? Hierna worden we uitgenodigd om bij de Chief te komen zitten. Hij zit op een stoel en wij moeten op een rietenmat op de grond zitten. We krijgen palmwijn aangeboden, wat we op deze vroege morgen afslaan. Om beleefd te blijven zeggen we dat we geen alcohol drinken en dat is prima. Mark vertaalt het een en ander wat de chief over ons wil weten, waar we vandaan komen etc. etc. Na een vluchtig gesprek gaan we nog even met de chief op de foto. Voor dit fotomoment verwacht de Chief wel iets terug natuurlijk. We geven hem een Delfstblauw klompje en hij is hier zeer content mee. Hij blij, wij weer een ervaring rijker! Na deze ontmoeting rijden we naar de volgende bezienswaardigheid, “ The Underground Village”. Tussen de 17e en 18e eeuw werden er veel slaven gevangen genomen door stammen vanuit het gebied dat nu Nigeria heet. De Dahomeyan vluchtten hiervoor de bush in en maakten ondergrondse schuilplaatsen. Wanneer de stammen vanuit het huidige Nigeria ver genoeg over de schuilplaatsen waren gepasseerd viel de Dahomeyanstam de Nigeriastam in de rug aan. Deze ondergrondse woningen werden gevonden door een Deens wegenbouwbedrijf doordat tijdens het graven een van de machines wegzakte in de grond, in een van die ondergrondse woningen. We gaan samen met Mark een kijkje nemen in zo’n ondergrondse woning. Met een ladder zakken we een gat in en gaan zo’n 4 a 5 meter diep. Als we in de woning staan voelen we hoe hoog de luchtvochtigheid is. Het lijkt wel een sauna, pfff. En dan te bedenken dat die mensen hier dagen hebben moeten verblijven. Rondom deze woningen zijn diverse bomen te zien die als altaar worden gebruikt om de diverse Voodoo goden te vereren. Als we het hele terrein van de ondergrondse woningen gezien hebben rijden we verder naar de Voodoo fetisch markt. Als we uit de auto stappen komt de lijkengeur ons al tegemoet. Hier verkopen ze allerlei dode dieren die worden gebruikt bij de diverse Voodoo-ceremonies en geofferd aan weer een of andere Voodoo god. Elke god heeft zijn eigen voorkeur voor een bepaald dier. In de diverse kraampjes liggen apenkoppen, panterkoppen, krokodillenkoppen, geitenkoppen, koeienkoppen, vele soorten vogels en ga zo maar door. Er komen mensen op ons af die vragen of we wat willen kopen. Nou laten we dat maar niet doen, de douane in Nederland ziet ons al aankomen... Er zijn naast de vele dode dieren ook levende dieren verkrijgbaar zoals kameleons, schildpadden, slangen etc. etc. Als we uitgekeken zijn rijden we verder naar het museum. We maken eerst nog een tussenstop bij een paleis in aanbouw en doen een koel drankje in een cafe’tje daar in de buurt. Bij het cafe ziet Wendy hoe verscheidene mannen én vrouwen (! plastuit onder de rok en gaan...) gewoon ‘en public’ op de parkeerplaats voor het cafe staand staan te plassen. Als zij aan Mark vraagt of er soms geen toilet is in het cafe, zegt Mark dat deze er wel is maar dat vroeger het toilet aan die kant van de parkeerplaats zat en dat die mensen niet beter weten en hun behoefte blijven doen op de plaats waar zij dat altijd al deden!?!? Rara snuiterbollen die West-Afrikanen...
Na het koude colaatje bezoeken we het museum. Hier zien we diverse gebruiksvoorwerpen van meerdere Dahomeyan koningen. Bij deze voorwerpen zitten veel Europese voorwerpen zoals Portugees porselein, Engels servies en zelfs een kanon afkomstig uit Dordrecht. Deze voorwerpen zijn vroeger geruild voor slaven. Het museum is in 1 van de vele paleizen gevestigd en er mogen geen foto’s worden gemaakt in het paleis. Een aantal koningen en koninginnen zijn begraven binnen de muren van het paleis. Op de plek waar zij zijn begraven staat een huisje. Mark vertelt dat het cement van die huisjes is aangemaakt met water, zand en het bloed van 41 slaven. 41 is het magische getal hier. Er zijn ook weer diverse altaren te zien waar veel koeienhoofden bij liggen. Mark vertelt dat het vroeger geen koeien waren die werden geofferd, maar slaven! Wij gruwelen bij de gedachte... Na de rondleiding rijden we terug naar de camping, waar het heel druk is. Er staat een oude Nederlandse brandweerauto op het terrein en een Ford Transit busje met een aantal fietsen op het dak. Zij zijn van de organistatie www.bike-dreams.com . We raken in gesprek met een van de tourleiders, Richard. Als we hem vertellen dat we hem herkennen van de vluchtige ontmoeting bij de grensovergang Marokko – Mauritanie, kan hij zich dat niet meer herinneren. Zij waren toen onderweg naar Dakar om alle deelnemers op te halen. Zij doen een tour van Dakar naar Accra, op de fiets! Ze rijden 4 a 5 dagen per week, gemiddeld 100km per dag. We wisselen wat reisverhalen uit en worden door Richard uitgenodigd om met hen mee te eten. Nou, dat slaan we niet af natuurlijk! Ze hebben een eigen kok aan boord en er staat vandaag Indonisch op het menu. Rond 17.00u zijn we bij de groep gaan zitten en hebben heerlijk meegegeten. We kregen zelfs een toetje, wat een luxe!! Na afloop hebben we nog een tijdje met een aantal deelnemers zitten kletsen en na een gezellige avond nemen we rond 21.00u nog even een verfrissende douche en gaan daarna lekker slapen....

Abomey - Ouidah (Benin) 05-01-2012

We hebben heerlijk geslapen en ontbijten lekker rustig aan. Als de boel weer ingepakt is rijden we rond 09.30u richting Ouidah. Ouidah is een plaatsje aan de kust en ligt ongeveer 100km van Abomey vandaan. We komen net buiten de camping de fietsers van Bike-Dreams tegen. We bedanken Richard en de anderen voor de gezellige avond en het eten van gisteren en rijden dan richting de grote weg. Op onze Michelinkaart staat deze weg aangegeven als hoofdweg, een dikke rode lijn door het land Benin, dus je zou denken dat dit een goed onderhouden weg is. Nou....vanaf Abomey tot aan Allada is het een en al puthole. We nemen daarom vanaf Allada tot Ouidah een weg die als wit streepje wordt aangegeven en dit is een onverharde weg, dus jullie kunnen het wel raden, over 100km doen we 3 uur. Als we de kust bereiken zijn we de weg al lang al weer vergeten, het ziet er hier prachtig uit. We verblijven bij het resort Le Jardin Bresilien. Dit resort heeft meerdere strandhuisjes en ook nog een groot wedstrijdbad met een drie laags duikplatform. Wij staan op het strand tussen de palmbomen en op steenworp afstand van het zwembad. In de middag nemen we allebei een verfrissende duik in het zwembad en luieren vervolgens lekker op zo’n bedje bij het zwembad. Hier kunnen we het wel een aantal dagen uithouden. Nu maar hopen dat het ’s nachts ook lekker rustig is.

Ouidah (Benin) 06-01-2012

Wat een rust hier. We hebben wederom heerlijk geslapen en worden uitgerust om 8 uur wakker. Tijdens het ontbijt beslissen we om naar het centrum van Ouidah te lopen. Vanaf de kust is dat ongeveer 4 km. Naast het resort waar wij verblijven staat een monument ter nagedachtenis aan de vele slaven die vanuit hier zijn gedeporteerd naar Amerika, de poort of no return. De route die wij lopen hebben duizenden slaven in tegenovergestelde richting gelopen. In het centrum van Ouidah staat het oude portugese slavenfort. Omdat we er toch zijn nemen we tegen een kleine vergoeding een kijkje in het fort. De gids spreekt tot onze verbazing uitermate goed Engels en er kan zo nu en dan nog een grapje vanaf ook. Onze ervaring is dat de meeste Afrikanen zeer serieus zijn in hun werk als gids.Tja, het is tenslotte ook een serieuze baan... Na een korte maar duidelijke begeleiding door het fort lopen we verder naar de Slangentempel van Ouidah. Als we richting de tempel lopen passeren we de markt en kopen daar brood en bananen voor onze lunch. Voordat we de tempel in gaan eten we eerst nog even ons broodje banaan op. De naam van het dorp, Ouidah, betekent slang en in deze tempel worden allemaal Pythons gehouden. De Phytons hier zijn heilig en worden vereerd in de Voodoo cultuur. Na ons tempelbezoek gaan we op zoek naar een internetcafe. Als we in het dorp verscheidene mensen vragen, wijzen ze allemaal ons de al bekende richting op (je moet daar heen...), maar kunnen ons niet exact vertellen hoe wij moeten lopen. Dan zie ik ineens een jongeman op een bankje zitten die een Superman T-shirt aan heeft. Ik loop naar hem toe en zeg: ” I need some help Superman, can you help me? Do you know a internetcafe nearby?”De man begint te lachen en wijst ons in de juiste richting. Als we een uurtje internet kopen, blijkt weer dat dat uurtje net genoeg is om even onze mail te lezen en een nieuw reisverhaal te plaatsen. Wat is dat internet traag hier!!! Na het uurtje internet begint onze terugreis naar het resort. Onderweg kopen we nog wat beltegoed voor ons Beninese telefoonnummer. Onderweg worden we door diverse motortaxi’s gevraagd of we van hun diensten gebruik willen maken. Nou als je ziet hoe ze hier rijden op die dingen.... Liever niet! Dan maar lopen, we willen nog langer leven dan vandaag. Terug op het resort nemen we nog een frisse duik in het zwembad en denken er over na om in het restaurant wat te gaan eten. Als ik de menukaart bestudeer zie ik er diverse overheerlijke pizza’s op staan. Nou die lusten we wel! Maar als we deze willen bestellen krijgen we te horen dat er geen pizza’s zijn vandaag... Vertel eens wat nieuws denken wij. Want tot nu toe is het elke keer zo, dat als wij in een restaurant wat willen nemen, het er niet is. Als we de ober vragen wat hij dan wel heeft, slaat hij zo ongeveer driekwart van de menukaart over. De volgende keer maar meteen vragen wat ze WEL hebben... Tja, aldoende leert men he! Als we vragen of een bepaald kipgerecht gemaakt is van kippenvleugels of van stukken kipfilet, zegt hij natuurlijk dat het stukjes kip zijn. Nou doe ons dat maar dan, lekker. Maar als het gerecht wordt geserveerd, liggen er toch kippenvleugels op ons bord. Tja, en laten die Afrikaanse kippen hier niet zoveel vlees aan hun lijf hebben, dus ff lekker kluiven is er ook niet bij! Dat is meteen ook de laatste keer dat we hier wat bestellen, iig geen Afrikaanse kip meer voor ons! Zonde van het geld, hadden we net zo goed alleen een bordje patat kunnen bestellen. Na het eten doen we nog even een spelletje Scrabblestrijd en gaan tegen 21.00u naar bed...

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!