onsdoen-afrika.reismee.nl

Ons dagboek 05-02-2012 t/m 01-03-2012

Ndende (Gabon) – Kibangou (Congo) 05-02-2012

Wat een dag! Als de zon op komt gaan wij uit de tent en pakken de boel in. Doen nog even een ontbijtje en rijden dan richting grens. Uitstempelen gaat soepel en instempelen ook. We zijn binnen een uur in Congo en daar houdt het ook meteen op met de redelijke gravelweg. De weg is van klei en zand en na ongeveer 1km staan we voor de eerste waterpoel van ongeveer 25m lang. Ik doe mijn schoenen en sokken uit en ga de poel verkennen. Er zit een diep karrespoor in. We proberen er links omheen te rijden en komen dan halverwege vast te zitten. Ik probeer achteruit te rijden maar we blijven staan waar we staan. Mmm, dat was niet de bedoeling. Wendy kruipt achter het stuur terwijl ik de rijplaten achter de voorste wielen zet. Wendy zet de auto in zijn achteruit en deze krijgt gelukkig weer grip. Na 4m wil Wendy stoppen maar ik gebaar dat ze achteruit moet blijven rijden tot ze weer op het droge staat. Oke 2e poging. Ik houd iets meer gang en we stuiteren door de plas naar de overkant. Pffff.... als dit al het begin is hoe moet die weg er over 260km wel niet uitzien?! We hadden van voorgaande overlanders gelezen dat de wegen in Congo slecht zijn dus dit voorspelt niet veel goeds. Bij de volgende poel probeer ik de tactiek van eerder weer, meer gang erin, maar dat pakt helemaal verkeerd uit. Terwijl we met een behoorlijke gangetje door de poel rijden trekt Dizzy naar rechts en we komen steeds dichterbij de linkerkant van de weg. Aan deze kant staat (misschien wel onze redding?) een steile kleiwand en we komen met een forse knal tot stilstand met de linkerkant tegen deze wand. We staan behoorlijk schuin en de schrik zit er bij ons aardig in. Als die wand er misschien niet had geweest hadden we misschien wel op zijn kant gegaan. Ik zet de auto in zijn achteruit maar krijg geen grip. Oke, maar weer de rijplaten proberen en eerst met de schep de wielen uitgraven. Helaas lukt het ons met geen mogelijkheid de auto los te krijgen. Gelukkig komen er al snel omstanders aan en die zeggen ons een vrachtwagen te sturen... Nou dat moeten we nog maar zien, er rijd bijna niemand op deze weg en aangezien het zondag is verwachten wij niet veel verkeer. De omstanders gaan weer door en niet veel later komen er een andere man en vrouw aangelopen. De man wil wel helpen, maar wil hier 10.000 CFA voor hebben. Als wij nog met de man aan het onderhandelen zijn ( we willen nl best wat geld geven, maar niet zoveel) komen er 2 andere mannen aan die meteen aanbieden om te helpen. Zij vragen niet om geld en dus hebben we het ineens niet meer over geld en zijn we met ze allen druk bezig Dizzy los te krijgen. We proberen van alles en de mannen werken erg hard voor ons (uitgraven, keien zoeken voor onder de banden). Helaas lukt geen van de vele pogingen. De laatste poging die we doen is met de highjack proberen de auto omhoog te krikken zodat we ruimte hebben om stenen onder het rechter achterwiel te leggen. Terwijl we hier mee bezig zijn, komt er (godzijdank) een vrachtwagen aan! We stoppen de vrachtwagen en vragen de chauffeur of hij ons uit de klei wil trekken. Als wij een kabel hebben, wil hij dat wel. Maar goed dat wij die hebben en zodra we de kabel aan Dizzy en de vrachtwagen hebben vast gemaakt, begint de vrachtwagenchauffeur langzaam te rijden. Hij glipt ook iets weg, maar houdt gelukkig grip en binnen ‘no time’ is Dizzy (eindelijk) los!! Na zo’n 3 uur wroeten en zweten valt er een last van onze schouders. Helaas is Dizzy niet ongeschonden uit de strijd gekomen en heeft aan de rechter zijde behoorlijke kras/lakschade opgelopen. Ook is het kapje van het rechter achterlicht gebroken en is de rechter voorzijde bij de motorkap iets verbogen. Het is heel erg zonde van de lak, maar het had misschien ook heel anders af kunnen lopen. We krijgen van de vrachtwagenchauffeur nog de tip zoveel als mogelijk in het midden van de weg te blijven rijden en vooral de sporen te blijven volgen en niet teveel aan de kanten van de weg te gaan rijden. Tja, ‘al doende leert men’ en ‘gedane zaken nemen geen keer’, en zo kennen we nog wel een paar van die oneliners die we hiervoor kunnen gebruiken. Het is k*** maar het is niet anders, het is gebeurd. We ruimen de boel op, ontdoen Dizzy zo goed als mogelijk van de ergste bagger en bedanken de helpers door ze wat cola, limonade, ballonnen, een petje en 5000CFA (iets meer dan 7 euro) te geven. Ze hebben tenslotte heel erg hun best voor ons gedaan. Zo, na 4 uur en een kleine 10 km verder in Congo te zijn, vervolgen we onze weg. We komen nog een paar flinke poelen tegen, maar die nemen we gelukkig zonder problemen. De weg is vervolgens een heel aantal km goed om vervolgens weer flink slechter te worden, maar niet meer zo slecht als de eerste kilometers. Tegen vieren vinden we een plekje waar we ons kamp opslaan. We hebben uiteindelijk de hele dag gedaan over zo’n 120 km. Terwijl John de auto nog even inspecteert en rechtsvoor het lampje van het knipperlicht vervangt, belt Wendy even gauw met Rosan om haar te feliciteren met alweer haar 6e verjaardag. We eten pasta, nemen weer een bucketshower om alle modder van ons af te spoelen en liggen er op tijd in, morgen weer heel wat kilometers op deze slechte weg voor de boeg. We kijken er nu al naar uit.... not!! Maar niet zeuren, wij wilden avontuur dus krijgen we dat ook!!!

Kibangou – Point Noire (Congo) 06-02-2012

Het plekje waar we staan is een truckersstop. Er rijden hier veel trucks met gigantische boomstammen erop. Daar gaat het regenwoud, zeggen we elke keer als we zo’n truck voorbij zien razen. Tegen zessen in de ochtend stopt zo’n truck vlak naast ons en even later nog 1 en nog 1. De truckers maken hier hun ontbijt klaar, net als ons. Opvallend is dat de truckers niet negroide zijn maar Aziatisch. Als 1 van de truckers ons goedemorgen wenst, in het Engels, vraag ik hem waar hij vandaan komt. De filipijnen?! Oke, en dan hier grote boomstammen vervoeren? Is het regenwoud op in de Filipijnen? Die vragen stel ik maar niet. Na het ontbijt maken we ons op voor een lange dag hobbelen en dat werd het ook tot aan de plaats Dolisie. De omgeving waar we doorheen rijden is prachtig, groene heuvels en kleine dorpjes met hele vriendelijke mensen. Deze mensen vragen niet om geld, ze zwaaien en zeggen vriendelijk gedag. Vanaf Dolisie ligt er een hagelnieuwe weg naar Point Noire. Een vierbaansweg, dwars door de bergen, met veel bochten. Ondanks dat de weg nieuw is liggen er in diverse bochten al auto- en vrachtwagenwrakken. Rond 14.00u komen we aan in Point Noire waar we eerst wat brood kopen voor onze lunch en vervolgens nog een supermarkt aan doen om ons laatste CFA te slijten. Wendy doet de boodschappen en ik blijf bij de auto. Na de boodschappen gaan we op zoek naar Club Nautic dat in de haven moet liggen. Hier zouden we kunnen kamperen volgens waypoints van andere reizigers. Als we de club hebben gevonden lijkt het erop dat deze is gesloten en rijden verder om een andere lokatie te zoeken. We rijden de straat uit en worden dan door een hevig fluitende politieagent aan de kant gezet. Daar gaan we weer, denken we, maar tot onze verbazing vraagt de man waar we naar op zoek zijn. Als we hem uitleggen dat we op zoek zijn naar een plaats om te kamperen, wijst hij ons naar Club Nautic. Daar komen we net vandaan maar dat zag er gesloten uit, permanent gesloten. We rijden voor de zekerheid terug en zien nu een man op het terrein lopen. Die spreken wij aan en vragen of hier gekampeerd kan worden. De man blijkt de security te zijn van club Nautic en hij wijst ons een plek aan waar wij kunnen kamperen, aan het strand. Over de prijs moeten we wat onderhandelen maar komen uit op een bedrag wat gemiddeld normaal is, 2500CFA pp. We zetten de auto op het strand achter het gebouw van Club Nautic. We hebben uitzicht op de haven van Point Noire dat in de avond/nacht best een mooi uitzicht is met al die lichtjes. Voor het avondeten repareren we samen nog even het glas van het het knipperlicht linksachter. Deze was al gebarsten voor de reis maar het glas/plastic is per ongeluk door 1 van ons naar binnen gedrukt. Ik haal het glas/plastic eruit en Wendy lijmt alles weer aan elkaar. We gaan vroeg naar bed want de afgelopen dagen waren best slopend en morgen staan er 2 grensovergangen op de planning...

Point Noire (Congo) – Cabinda (Angola) – Muanda (DRC) 07-02-2012

We hebben niet zo goed geslapen want rond middernacht meerde er een groot schip aan, die vervolgens de hele nacht zijn dieselmotoren heeft laten loeien. We konden niet slapen door het geluid en de uitlaatgassen. Om 6 uur staan we daarom ook al weer naast de tent. We zetten koffie en thee en rijden dan naar de grens van Angola (Cabinda). In Point Noire tanken we nog af en kopen nog wat verse uien. Bij de grens gaat alles soepel en we staan binnen no time in Cabinda (= een enclave van Angola tussen Congo en DRC in). De weg is goed en we rijden lekker door. We rijden een stuk langs de kust en die heeft hele stijle kliffen. Tegen het middaguur staan we aan de andere kant van Cabinda. Bij het uitstempelen van Angola moeten we nu een formulier invullen en een pasfoto inleveren?! Zodra we DRC binnen rijden begint het bedelen van de vele mannen die daar staan. Ik ga alle grensformaliteiten af terwijl Wendy op de auto past. Binnen een uur staan we dan in DRC. De weg is gelijk veranderd in 1 groot zandpad. Volgens de grenspolitie is de weg zo tot aan Boma, zo’n 120km verder. Gelukkig is het regenseizoen hier nog niet begonnen dus surfen we door het zand richting Boma. Onderweg worden we nog gestopt door een mannetje die tol aan ons vraagt. Wij stoppen braaf en de slagboom wordt snel naar beneden gedaan, zodat wij niet door kunnen rijden. We doen net of we geen geld hebben en dat we moeten pinnen in Matadi. Wij zijn nl. niet van plan om voor zo’n zandweg te gaan betalen. Na een korte discussie (John is hier inmiddels erg goed in) wordt de slagboom voor ons geopend en mogen we, zonder te betalen, doorrijden. Rond 15.00u houden we het voor gezien en draaien we van de zandweg af een karrespoor op. Zo’n 500m van de doorgaande weg in de bossen vinden we, hopelijk, een geschikte plaats om ons kamp op te zetten. Of het geschikt is/was kunnen we morgenochtend pas zeggen!? Morgen rijden we richting Luvo de grensplaats DRC / Angola.

Muanda – Songololo (DRC) 08-02-2012

Wat een rust! Niemand die ons gestoord heeft. Tegen zessen staan we op en werken ons vaste ritueel af. Om half zeven rijden we alweer. We hebben als waypoint de grensplaats Luvo ingesteld. Op de kaart is dat niet zo ver maar de weg is vreselijk. Tot aan Boma hobbelen we door het zand of over een dikke laag stenen. Dat laatste is niet zo prettig en daar rijden we met een gangetje van zo’n 20km/uur overheen. In Boma is de weg geasfalteerd maar als we uit Boma rijden ligt er een ‘lapjesweg’ (weer eens wat anders dan een lapjeskat). Hiermee bedoelen we, 100m asfalt en dan weer 100m geen asfalt. De weg is daar gewoon weggespoeld vermoeden wij. Deze weg schiet niet lekker op maar de omgeving is mooi. Om 11.30u begint onze maag op te spelen, tijd voor wat eten. We hebben onderweg geen brood kunnen kopen dus nemen we wat van ons noodrantsoen. We hebben bij de Beversport een aantal pakketten gekocht waar je alleen maar kokend water overheen moet gieten. We eten vandaag Chicken Curry en die is niet eens zo slecht, het is zelfs heel lekker en het vult ook pittig. Na de lunch hobbelen we nog een halfuurtje verder en dan wordt de weg beter en kunnen we gemiddeld 60km per uur rijden. Rond 14.00u bereiken we de havenplaats Matadi. Hier moeten we de Congo rivier oversteken. Er ligt een mooie brug over de rivier die mij doet denken aan de Golden Gate alleen is deze een stuk kleiner en grijs van kleur. We moeten US 5$ tol betalen om de brug over te rijden. Aan de overzijde ligt de grote stad Matadi. De stad ligt in de bergen en we slingeren door de stad omhoog richting de snelweg die naar Kinshasa leidt. Die weg is mooi breed geasfalteerd en zonder putholes en ook hier moeten we US 5$ voor betalen. Tegen 16.00u bereiken we het plaatsje Songololo waar we de weg opdraaien naar Luvo. 5km buiten Songololo draaien we weer een karrespoor op en vinden zo’n 200m van de doorgaande weg een mooie plek om te gaan bushcampen. Morgen vroeg de grens over naar Angola...

Songololo (DRC) – M’banza Congo (Angola) 09-02-2012

We zijn gisteravond door twee locals gespot die vriendelijk gedag zeiden en gewoon door liepen. We hebben dan ook weer heerlijk rustig geslapen. In de ochtend doen we relaxt ontbijt omdat de grens toch pas rond 8 uur open gaat. Als we net ons ontbijt hebben gedaan komen er drie mannelijke locals voorbij lopen. Deze zeggen ook gedag maar met een vervelende onder toon en zij blijven staan kijken wat wij aan het doen zijn. Dat vinden wij niet zo prettig en dus pakken we onze spullen rap in en vertrekken richting de grens. Deze ligt maar 15km verder dus daar zijn we zo. We zijn veel te vroeg want alle grenspolitie moet zich nog omkleden en alle kantoren moeten nog geopend worden. Ik parkeer de auto en loop naar het eerste de beste kantoor. Daar word ik weer doorverwezen naar een ander kantoor. Daar zitten drie mannen in uniform en ik geef onze paspoorten aan de man die het hoogste woord heeft. Als hij onze paspoorten bekijkt zegt hij tegen mij dat ik onze auto moet verplaatsen binnen de hekken. Ik vraag aan hem waarom, hij kan onze auto toch zien en als hij iets wil controleren loopt hij er maar naartoe. Na een kleine discussie mag ik onze auto laten staan waar deze staat maar ik moet natuurlijk wel langer wachten voordat ik word geholpen. Uiteindelijk blijkt dat deze man helemaal niets te zeggen heeft want de echte chef was er nog niet. Als deze is gearriveerd moet ik meekomen naar het kantoor van de chef. Daar worden onze paspoorten gecontroleerd en ik moet nog een aantal vragen beantwoorden, wat is je beroep, hoe heten je ouders en wat is het doel van jullie reis. Dan kijkt hij naar ons DRC visum. Hij zegt dat deze niet geldig is en dat wij deze in Nederland hadden moeten halen in plaats van Cotonou. Ik kijk hem verbaasd aan en zeg tegen de beste man dat wij het land gaan verlaten en niet in willen, wij zijn eergisteren het land al binnen gelaten via Cabinda. Dan moet ik meelopen naar een ander kantoor. Daar staan tot mijn verbazing computers met zo’n apparaat waarmee je een paspoort uit kunt lezen (en dat hier in de middle of nowhere!?). Onze paspoorten worden gecontroleerd en ik moet weer allerlei vragen beantwoorden. Uiteindelijk na een kleine 2 uur krijg ik onze paspoorten terug en mogen we gaan. Bij Angola gaat het er iets anders aan toe, maar ook hier zijn ze niet zo vlot. De grenspolitie is wel heel behulpzaam. Rond 11.00u rijden we dan toch echt Angola binnen. Aan de weg wordt hard gewerkt. Er ligt nu vanaf de grens nog zo’n 20km gravelweg maar daarna ligt er een hagelnieuwe asfaltweg. We zitten binnen ‘no time’ in M’banza Congo. Daar stuurt de Garmin ons weer via een omweg doorheen, via een slecht achteraf straatje. We passeren daar nog wel een broodverkoopster waar we een broodje kopen voor onze lunch. Als we de weg naar N’zeto hebben gevonden nuttigen we eerst onze lunch. Na de lunch rijden we verder in de richting van N’zeto. De weg is mooi, goed geasfalteerd en doet ons denken aan een Amerikaanse snelweg met van die gele strepen. We rijden door een heuvelachtig gebied en zo’n 170km voor N’zeto zoeken we plaatsje om te gaan bushcampen. De waypoints die wij hadden van andere reizigers vonden wij iets te dicht bij de weg en dus rijden wij een stukje door en vinden een paar kilometer van deze waypoints vandaan een afgraving. Er loopt een pad van ongeveer 300m vanaf de doorgaande weg naar toe. Het is dan 14.00u. Wendy verdiept zich in de Lonely planet en ik check alle vloeistoffen van Dizzy. Bij het avondeten drinken we rode wijn die we speciaal voor deze gelegenheid hadden bewaard. We zijn in Angola!!! We vieren dat we door die “onrustige” landen heen zijn...

M’banza Congo – Reserva de Ambriz (Angola) 10-02-2012

Gisteravond hebben we film gekeken op de laptop, Last king of Scotland. Dat is weer eens wat anders dan Scrabble Strijd of Topscore (Yatzee) spelen. Met dank aan Corey! Die had een externe harddrive vol met films mee en daar hadden wij er een paar van gekopieerd. De nacht was heerlijk koel en rustig dus we hebben goed geslapen. Na het ontbijt rijden we richting N’zeto. De weg is prima en we rijden lekker door tot aan N’zeto. Daar verandert de weg in zand, kuilen, hobbels, stenen en wasbord. Alles wat wij niet zo prettig vinden en al helemaal niet 200km lang! Want zolang is de weg van N’zeto naar Luanda. We hobbelen 20km per uur en tegen de middag lunchen we aan zee. Alweer een noodpakket (rijst sate dit keer) want dorpjes met broodverkoopsters komen we niet tegen. Maar die noodpakketten zijn wel lekker! Na de lunch hobbelen we weer verder tot ongeveer 16.30u . Dan zitten we nog zo’n 100km van Luanda vandaan. We vinden weer een mooi karrespoor dat naar een open plek 50m van de weg leid en uit het zicht is van de doorgaande weg. Het is alleen jammer van al die steekvliegen hier. We staan midden in een klein reservaat, alleen we hebben nog geen dieren gezien? Door alle vliegen gaan we lekker vroeg naar bed om er morgen weer vroeg uit te gaan want we moeten nog 100km in een tempo van 20km/uur...

Reserva de Ambriz – Luanda (Angola) 11-02-2012

Nou ik ben helemaal lek gestoken door die steekvliegen. Nu blijkt dat hier ook de Tsjeetsjee vlieg zit en die kan de dodelijke slaapziekte overbrengen. Ik maak me nu wel een beetje zorgen want mijn rug en billen zitten onder de bulten. De plek waar we hebben gestaan is misschien wel mooi uit het zicht van de weg maar met al die vliegen is het geen pretje! We pakken snel in en om 06.30u rijden we alweer. Wat is de weg vreselijk. Er heeft ooit asfalt gelegen maar daar is weinig van over en dat maakt dat deze weg erg slecht te berijden is. Onderweg worden we door een tegemoet komende auto gestopt. De bestuurder is een hollander die in Luanda werkt en woont. Hij vind het prachtig dat wij helemaal uit Nederland naar hier zijn komen rijden. We vragen hem gelijk hoelang de weg nog zo slecht blijft, zo’n 10 a 20km. Dan moeten we nog een uurtje door hobbelen. 10km voor het plaatsje Cacuaca verandert de weg in een mooie strakke asfaltweg maar daar begint ook de drukte van het verkeer richting Luanda. Bij het eerste tankstation tanken we helemaal af want de diesel is hier spot goedkoop. Bij het tanken worden we aangesproken door een Angolese truckchauffeur, die herkenning in ons ziet. Hij laat ons enthousiast een magazine zien met daarin een item over een groep Angolese motorrijders die naar Equatorial Guinea en Gabon zijn gereden om Angola aan te moedigen tijdens de Africa Cup. Deze groep zijn wij tegengekomen op die hele slechte modderweg door Congo. Hij geeft ons een paar keer een hand en vraagt in gebroken Engels waar wij naartoe gaan. Hij wenst ons een goede reis en wij rijden weer verder richting de haven van Luanda. We hebben waypoints ingesteld van Club Nautico die aan de andere kant van de haven ligt. In Luanda komen we in een dikke file te staan en we staan ongeveer 2 uur letterlijk stil. Als we voorbij de industriehaven zijn rijdt het verkeer gelukkig weer normaal door. We rijden over de lange boulevard van Luanda die ons aan Miami doet denken. We komen aan bij Club Nautico waar veel dure jachten liggen aangemeerd. Daar rijden we het parkeerterrein op van de jachtclub en zien dat wij niet de enige overlanders zijn. Het zijn Tomas en Frederieke en nog een Zwitsers stel, Jon en Regula. Zij hebben een 10 daags Angola transit visum verkregen bij het consulaat van Angola in Dolisie (Congo). Ze hebben het verkregen met een hoop geluk en hulp van de Angolese motorrijders die wij zijn tegengekomen in Gabon/Congo. We delen onze reisverhalen en spreken af om samen op te rijden door Angola. Wij zouden na het douchen zelf gaan koken, maar na het douchen raken wij in gesprek met Cesar, de zwemcoach (trainer) van Club Nautico. Hij laat ons zijn kantoor zien die vol hangt met foto’s en pasjes van diverse Olympische spelen. Hij is coach van de Olympische zwemploeg van Angola. We worden door hem uitgenodigd wat te gaan drinken aan de bar in de haven. Hij geeft ons de tip om een broodje te kopen bij de cafetaria naast de bar. Als we twee drankjes op hebben moet Cesar plotseling weg, hij heeft een afspraak. Hij rekent af en wij legen onze glazen en gaan naar de naastgelegen cafetaria om een overheerlijk Portugees broodje warm vlees te eten. Het is inmiddels donker en de Skyline van Luanda is mooi verlicht.

Luanda (Angola) 12-02- 2012

Wat een vreselijke nacht. Naast de plek waar wij staan zit een nachtclub die tot 6u in de ochtend keiharde muziek heeft gedraaid. Gebroken komen we de tent uit. Tomas en Frederieke stellen voor om vannacht elders te gaan slapen. Zij hebben contact met 1 van de motorrijders en die schijnt een groot huis te hebben met veel grond er omheen. Misschien dat we bij hem kunnen kamperen?! We spreken af om tegen de middag naar een groot shoppingcenter te rijden om nog wat boodschappen te doen en daar contact op te nemen met Lillio, de motorrijder. Na het ontbijt trekken we nog een paar baantjes in het zwembad van Club Nautico en tegen de middag rijden we richting het shoppingcenter. Het is vandaag zondag en het verkeer is lekker rustig. Het shoppingcenter is enorm maar ook erg duur. Na de boodschappen bellen Tomas en Frederieke Lillio op. Hij komt ons opzoeken bij het shoppingcenter. We maken kennis met Lillio en we worden uitgenodigd bij hem thuis wat te drinken. We rijden achter Lillio aan die in een hele grote Ford pickup rijdt. Lillio woont in een gedeelte van Luanda waar allemaal vrijstaande woningen staan. Om zijn woning staat een hoog hek en als we aan komen rijden gaat de poort automatisch open. Hij rijdt zijn pickup het erf op en onze auto’s kunnen er met gemak achter staan. Hij laat onze zijn woning zien en een enorme skelet van een zwaardvis. Lillio is een groot liefhebber van Big Game vissen en hij heeft dan ook een eigen boot, die in de jachthaven van Club Nautico ligt. Binnen krijgen we van Lillio een heerlijk koud biertje aangeboden. Het is super gezellig. Met wat nootjes en wat kaas en olijfjes kijken we gezamenlijk de finale van de Africa Cup: Zambia tegen Ivoorkust. De finale is erg spannend en wordt beslist met penalty’s, Zambia wint met 8 tegen 7. Het is dan al bijna twaalfuur in de nacht en wij wilden onze tenten gaan openklappen, maar daar kwam niets van in. Lillio stond er op dat wij in huis bleven slapen ipv in de tent. Tomas en Frederieke krijgen de logeerkamer en wij mogen op matrassen in de woonkamer overnachten. Zo gastvrij die Lillio!? Echt super!

Luanda - Lobito (Angola) 13-02-2012

Om 6u in de ochtend gaat Lillio naar het vliegveld en hij had ons gezegd niet meer terug te komen. Het huis waar wij verbljven is zijn weekend huis. Hij heeft ook nog een appartement in het centrum van Luanda. Dit vanwege de verkeers drukte. We hadden gisteravond al afscheid genomen dus horen we alleen nog dat hij zijn voet stoot tegen de salontafel en de deur achter zich sluit. Tegen zevenen worden we wakker en horen dat iemand buiten met water bezig is. Onze auto zat nog steeds onder de modder en ik had gisteren een opmerking gemaakt over de carwash bij Lilio om de hoek. Lillio heeft ons toen gezegd dat we zijn hogedrukspuit wel mochten gebruiken. Kennelijk heeft zijn tuinman de opdracht gekregen onze auto’s te wassen. Als we om 7.30u naar buiten gaan staan daar beide Landrovers te glimmen als nieuw?! Ongelooflijk! Tomas en Frederieke bellen Lillio op om hem te bedanken voor zijn enorme gastvrijheid en dat hij zeker moet bellen als hij weer in Amsterdam is. Als we ons ontbijt op hebben en klaar zijn voor vertrek stellen we de Garmin in op de plaats Lobito. Deze plaats ligt zo’n 500km van Luanda vandaan. Volgens Lillio kunnen we op het schiereiland van Lobito mooi kamperen. We rijden via de ringweg van Luanda, Luanda uit. De weg naar Lobito is goed geasfalteerd en we kunnen lekker doorrijden. De weg gaat gedeeltelijk langs de kust. De omgeving en de route is mooi maar het is allemaal niet meer zo mooi groen als in Gabon en Congo. Van de jungle rijden we nu in de steppe. Tegen 18.00u arriveren we in Lobito. We rijden naar het einde van het schiereiland waar diverse strandpaviljoens zitten. Bij 1 van deze paviljoens drinken we een biertje en vragen de eigenaar of het mogelijk is om op zijn strand te kamperen. Dat is geen probleem en het is nog gratis ook!? We mogen het toilet van het restaurant gebruiken en de douche op het strand. We rijden de auto’s het strand op en klappen de tent uit. We maken een snelle hap klaar en gaan na het eten naar bed. Het was een lange dag en we zijn aardig moe.

Lobito – Baia Azul (Angola) (14-02-2012)

Happy Valentine’ allemaal!Wij hebben heerlijk geslapen. Tegen zevenen worden we gewekt door bouwvakkers die het terras van het paviljoen aan het verlengen zijn. We doen ons ontbijt en nemen een heerlijk douche op strand. Tomas en Frederieke hebben wat problemen met de koppeling. De vloeistof in het reservoir moet elke dag wat worden bijgevuld, dus waarschijnlijk zit er ergens een lek. Tomas checkt de mastercylinder maar die ziet er goed uit dus waarschijnlijk is de slavecylinder lek. Iets om te laten repareren in Namibie want hier in Angola is alles veel te duur (behalve de brandstof en de alcohol dan!). Na de checkup van de auto van Tomas en Frederieke zetten we koers naar Baya Azul. Volgens de Lonely Planet moet dit een prachtige baai zijn. Tomas rijdt zonder problemen het strand af. Uit voorzorg zet ik Dizzy in zijn lage versnelling en sper maar dat mag allemaal niet baten. Dizzy heeft moeite om uit het zand te komen. Als we de rijplaten voor de achterwielen leggen rijden we in 3 stappen het strand af. Baya Azul ligt zo’n 40km van Lobito vandaan dus daar zijn we zo. De baai is inderdaad mooi. We relaxen lekker aan het strand en in de avond maken we een gezellig kampvuur.

Baia Azul – Lubango (Angola) (15-02-2012)

Wat een prachtige plek om wakker te worden. We hebben de wekker op 6u gezet omdat we vandaag richting Lubango rijden, zo’n 500km meer naar het zuiden. Als we klaar zijn om te vertrekken, staan Tomas en Frederieke stil. Ze hebben geen druk op hun koppelingspedaal en het reservoir is ook bijna leeg. We hebben gister niet veel gereden en toch is de vloeistof weggelopen. Als Tomas onder de auto gaat kijken is het vochtig bij de slavecilinder. Die moet worden vervangen en laten wij nou een reservecilinder bij ons hebben. We bestuderen het Haynes werkplaatsboek en gaan aan de slag. Binnen een uur is de nieuwe cilinder gemonteerd en ontluchten we de leiding. De koppeling werkt weer perfect, gelukkig! Thomas en ik wassen onszelf schoon in de zee en rond 09.30u vertrekken we richting Lubango. De weg is groot en deels goed maar er zitten ook stukken in met hele grote gaten. Maar, ze werken hier aan de weg dus het kan alleen maar beter worden. Tegen 16.00u arriveren we in Lubango. Tomas en Fredrieke hadden ‘via via’ een telefoonnummer gekregen van een Nederlandse vrouw, Johanna, die woont en werkt in Lubango. Onderweg hebben zij haar gebeld om te vragen waar we kunnen overnachten in Lubango. In Lubango rijden we naar Johanna haar werkplek en van daaruit wijst zij ons de weg naar een grote boerderij net buiten Lubango. Deze boerderij is van Garry, een Zuid-Afrikaan, die op zijn land ook een kleine campingplaats gemaakt heeft. We rijden naar de boerderij welke ongeveer 15km buiten Lubango ligt en daar worden we hartelijk door Garry ontvangen. Zijn land is enorm en hij rijdt ons voorop naar de campingplaats. Deze is prachting, met schoon sanitair en een plek waar we een kampvuur kunnen maken. Garry is erg blij met ons bezoek, want hij heeft sinds maanden geen gasten meer gehad. Hij kreeg voorheen voornamelijk Zuid-Afrikanen op bezoek, maar omdat Angola de aanvragen voor het visum voor Zuid-Afrikanen heeft aangescherpt, is het toerisme in Angola fors gedaald. ‘s Avonds arriveert er een groep vissersmannen die afkomstig is uit Botswana en Zuid-Afrika. De mannen komen hier ook kamperen. Zo heeft Garry geen klanten en zo heeft hij een camping vol!! Na het avondeten maken we een kampvuur en drinken samen met de vissersmannen een biertje en enkele ‘doppies’ brandewijn en kletsen gezellig in het Engels en het Zuidafrikaans de avond vol. Tegen twaalven gaan we naar bed. Morgen gaan we een aantal (naar het schijnt) mooie bezienswaardigeheden bekijken en slapen nog een nachtje bij Garry, het bevalt ons hier wel.

Lubango (Angola) (16-02-2012)

De groep vissersmannen zijn vroeg vertrokken, 6 uur. Wij komen om 7u uit bed en doen ons dagelijkse ritueel. We spreken af om 10u naar de Tunda Vala te rijden. Garry komt ons goedemorgen wensen en vraagt wat onze plannen zijn voor vandaag. Als we Garry vertellen nog 1 nachtje te willen kamperen vind hij het goed en gezellig want hij biedt ons aan vanavond een heerlijk Braaij te maken met daarbij echte Angoleze biertjes te serveren. Nou daar zeggen wij geen nee tegen. Om 10u rijden we naar de Tunda Vala, een prachtige canyon. Als we richting het Christus beeld rijden passeren we in Lubango nog een supermarkt. Daar maken we onze laatste Kwanza’s op, doen onze lunch en rijden dan naar Christus beeld dat hoog op de berg staat en uitkijkt over de stad Lubango. Z’on beeld heeft Rio de Jenairo (Brazilie)ook maar dan vele malen groter. Aan de voet van het Christus beeld hebben we een prachtig uitzicht over de stad. Vervolgens rijden we naar de Leba pas. Als je vanuit de plaats Namibe naar Lubango rijd kom je via deze bergpas. Deze pas ligt zo’n 20km van de Jamba farm vandaan, de boerderij van Garry. Het uitzicht is wederom prachtig. Om 15.00u zijn we terug op de camping waar lekker relaxen. De gidsen, Ian en Steven, van de vissersmannen, zijn nog op de camping. In de avond komt Garry met bier aanzetten maar niet met vlees voor een braaij?! Gelukkig hebben we vanmiddag zelf vlees gehaald en vragen aan Ian en Steven of wij hun braaij mogen gebruiken. Geen probleem. In de avond komen Menne en Johana ook nog even langs. Beide wonen en werken in Angola. Via Johanna zijn wij op de camping van Garry terecht gekomen. We hebben wederom een mooi kampvuur gemaakt en Ian en Steven hebben nog genoeg Savannah Dry over van hun laatste trip. We eten een heerlijk hamburger en braadworst. Het was weer een gezellige avond en tegen twaalven gaan we naar bed.

Lubango (Angola) – Ruacana (Namibie) (17-02-2012)

We hebben de wekker om 05.15u gezet en om 06.00u vertrekken we. Garry zou ons nog gedag komen zeggen en wij moeten hem nog betalen voor onze overnachtingen alleen is hij er niet om 06.00u. We rijden naar de grote weg en vragen aan de beveiliging bij de poort waar Garry is. Hij weet het niet. Als Tomas en Frederieke voorstellen om ons geld achter te laten op de camping en terug willen rijden naar de camping, komt daar ineens Garry aanrijden. Hij verontschuldigt zichzelf en we nemen afscheid en betalen voor de overnachtingen. Dan moeten we nog samen met Garry op de foto. Om 06.30u kunnen we echt vertrekken richting Ruacana. We hebben gekozen voor deze grensovergang omdat de grenspolitie daar niet zo moeilijk doet en het ligt mooi op de route richting Opuwo waar we diverse stammen kunnen bezichtigen. De weg van Lubango tot Cahama is geasfalteerd en rijd goed door. Vanaf Cahama is het allemaal off-road. Thomas en Fredrieke rijden hier voor op omdat zij een stukje sneller rijden dan ons. De route is prachtig. We moeten door diverse kleine beekjes rijden en de omgeving is mooi. Onderweg stoppen we in het dorpje Otchinjau om brood te kopen. Daar nemen Thomas en Fredrieke twee lifters mee die naar Chitado moeten. We worden 50km voor de grens ingehaald door Ian en Steven. Ian is onderweg naar Winhoek (Namibie) en Steven naar Maun (Botswana). Zij zijn om 08.00u vertrokken van Jamba Farm (Lubango) en halen ons nu in. Moet je nagaan hoe hard zij rijden off-road?! Als je hier bent opgegroeid ben je niet anders gewend, denken wij? Hoe dichterbij we bij de grens komen hoe meer donkere bewolking er boven ons hoofd komt te hangen. We arriveren uiteindelijk om 17.30u bij de grens. Thomas en Frederieke waren hier een kwartier eerder. Omdat zij alles al hebben uitgelegd aan de grenspolitie over het Carnet gaat het bij ons allemaal een stuk sneller. Ian en Steven staan ook bij de grens en vragen ons of we al weten waar we gaan overnachten. Dat weten we niet en Ian stelt voor om achter hem aan te rijden naar een camping hier dichtbij. Als we Namibie in rijden begint het hard te regenen.Voordat we naar de camping rijden laat Ian ons nog de watervallen van Ruacana zien. Prachtig uitzicht, jammer dat het zo bewolkt is en dat het regent. Daar krijgen we van Steven allemaal een Savanah Dry aangeboden om te proosten dat we in Namibie zijn. De camping/lodge ligt zo’n 20km van de grens en is erg mooi. Ian stelt voor om eerst de tent op te zetten, dan te douchen en dan gezamelijk in het restaurant van de Eha lodge te gaan eten, want de Steak moet hier erg goed zijn en goedkoop!! We zoeken een mooie plek om de tent op te zetten. Als de tent staat nemen we een heerlijke warme douche. We kunnen ons niet herinneren wanneer we voor het laatst warm hebben gedouchd. Om 21.00u gaan we aan tafel in het restaurant en eten een heerlijke steak. We wisselen nog wat telefoonnummers uit met Ian en Steven en gaan na het eten naar bed. Wat een dag.....

Ruacana – Opuwo (Namibie) 18-02-2012

Het heeft bijna de gehele nacht geregend. Dat is wennen na zo’n lange tijd zonder regen! Omdat het gister een lange dag was doen we vandaag rustig aan. Ian en Steven komen tegen 09.00u gedag zeggen en wij nemen nog even een heerlijke warme douche, want je weet maar nooit wanneer je die weer hebt. Als we alles ingepakt hebben vertrekken we richting Opuwo, een plaatsje zo’n 130 km ten zuiden van Ruacana. Vroeg in de middag komen we in Opuwo aan en gaan op zoek naar het informatiecentrum. Daar informeren we wat een tourtje naar de Himbastam kost. We schrikken van de prijzen die het informatiecentrum vraagt en besluiten eerst wat geld te gaan pinnen. Als we uit het informatiecentrum komen staat daar een meisje souvenirs te verkopen en spreekt ons aan in goed Engels. Zij is zelf Himba en wil ons wel begeleiden naar haar dorp. We gaan met dit meisje, Marian, in onderhandeling en weten een mooie prijs los te krijgen voor een bezoek aan drie dorpen (stammen): de Himba, de Zamba en de Hererostam. Eerst doen we nog een paar boodschappen want het is gebruikelijk dat je, als je deze dorpen bezoekt, cadeautjes meeneemt in de vorm van eten. Onze gids gaat voorop en vult onze kar met alle benodigheden zoals bloem, suiker, thee en brood. Na een klein uurtje gaan we onderweg naar het eerst dorp, die van de Himba. Bij aankomst ziet het er nogal verlaten uit en lijkt het er op of alle bewoners weg zijn. Maar gelukkig valt dat mee en maken we kennis met een heel aantal Himba’s. Het voelt net of we meedoen aan die serie op sbs 6 van een aantal jaar geleden, groeten uit de Rimboe. De Himbavrouwen lopen allemaal met ontbloot bovenlijf rond en zijn geheel ingesmeerd met een okerkleurig vet om zichzelf te beschermen tegen de zon en muskieten. Marian laat ons het hele dorp zien en een van de Himbavrouwen (naar onze mening de leukste, de mooiste en degene met de grootste borsten van alle Himbavrouwen in dit dorp, maar dat terzijde) vraagt ons naar haar hut te komen. Daar toont ze ons hoe zij het okervet bereid en zichzelf daarmee insmeert. Natuurlijk moeten Wendy en Frederieke, als vrouw zijnde, er ook aan geloven en krijgen een okerbehandeling op hun armen en gezicht. Vervolgens laat de Himbavrouw ons zien hoe zij parfum maakt. Zij maalt wat kolen fijn tezamen met een paar blaadjes van een bepaalde boom en laat het goedje warm worden om vervolgens deze rokende pot gevuld met kolen en blaadjes onder haar oksels, in haar nek en tot onze grote schrik en zonder schroom van haar kant, ook onder haar rok te laten dampen... Tja, het moet tenslotte toch overal een beetje lekker ruiken...
Na de rondleiding zitten alle himbadames verspreid over diverse kleedjes klaar om ons hun verkoopwaar te showen. Het zijn voornamelijk allemaal armbandjes gemaakt van koehoorn. We bekijken alle kleedjes en proberen met zn drieen (Frederieke, John en Wendy) van alle dames iets te kopen. Uiteindelijk vind ik (Wendy) bij een kleedje 2 armbandjes, maar zij kunnen niet wisselen. Aangezien Frederieke 3 armbandjes heeft gevonden komen we met de himbadames overeen dat ik iets meer betaal en Frederieke iets minder, zodat de himbadames dit later onderling met elkaar kunnen verrekenen. Op het moment dat wij denken dat de koop rond is en wij trots met onze armbandjes weg willen gaan, worden we teruggeroepen. De Himbadames die van mij iets meer geld hadden gekregen, wilden ineens het verschil niet meer teruggeven aan de andere dames. Uiteindelijk bemoeit onze allerliefste Himbadame (die met de grote borsten) zich met het conflict en wordt alles toch terugbetaald. Je zou denken dat het een is, zo’n kamp, maar niet dus. Na de Himbastam rijden we naar de Zambastam. Deze stam toont armoediger dan de Himbastam maar iedereen is wel zeer kleurrijk gekleedt. Ook hier krijgen we een rondleiding, proberen we met handen en voeten wat met de stam te kletsen en krijgen we een demonstratie van een van de bewoners hoe hij jaagt met pijl en boog. Na afloop geven we onze cadeaus aan de chief, maar die vind dat we te weinig hebben meegebracht. Wij doen net of we gek zijn en laten de chief voor wat hij is. We maken nog wat foto’s van de kinderen, die gewillig voor ons poseren en vertrekken dan naar het laatste dorp, naar de Hererostam. Dit dorp ligt nogal afgelegen en we moeten dan ook een behoorlijk eindje rijden voor we er zijn. Dit dorp is het minst mooi van de 3, maar heeft wel grotere huizen en ook zijn de huizen iets moderner ingericht. De dames lopen in grote jurken en hebben een soort van piratenhoedjes op. Een van de dames wenkt Frederieke en zij wordt door de dame in een mooie traditionele jurk gehezen. Na haar fotomomentje moet ook Wendy er aan geloven en wordt ook zij in de mooie rode jurk gehezen. Ook hier kletsen we wat, geven onze cadeaus en maken een aantal foto’s. Een leuke stam, maar jammer dat een van de mannen nogal dronken was (hij zei een hele fles Black Label Johnny Walker te hebben leeggedronken...) en de boel een beetje verstoorde. Gelukkig vonden de Hererodames dat ook en hielden hem niet veel later op gepaste afstand van ons.
Terug in Opuwo hadden we eerst onze gids afgezet en zijn toen op zoek gegaan naar een camping. Op de heenweg hadden we langs de weg een bordje met campsite erop gezien, dus gingen we die opzoeken. Daar aangekomen blijkt dat we hier helemaal niet kunnen kamperen? Waarom staat er dan campsite??? Het zal wel weer de afrikaanse logica zijn. Aangezien de camping 2km van de doorgaande weg midden in het bos ligt, besluiten we onze bushcamp net buiten de camping op te zetten. We zetten de auto’s naast elkaar en Tomas en Frederieke zetten hun luifel uit waar we lekker droog onder kunnen zitten, want het begint weer te regenen. We hebben behoorlijk wat kip en nodigen daarom Tomas & Frederieke uit mee te eten. Wendy kookt rijst met curry en kip en we eten gezellig gezamenlijk onder het genot van een glaasje rode wijn.

Opuwo – Etosha Okaukuejo (Namibie) 19-02-2012

Het heeft weer bijna de gehele nacht geregend, als dat maar niet aanhoudt door heel Zuid-Afrika!? Want regen verveelt snel! We ontbijten gezamelijk onder de luifel. Ik (John) neem op mijn nuchtere maag een koud glas jus d’orange en krijg vlak erna enorme krampen die blijven aanhouden. Ik herken de krampen en hoop niet dat ik spontaan weer een alvleesklierontsteking heb gekregen... Na een klein kwartiertje zakken de krampen iets af en probeer ik wat te eten. Na het eten pakken we alles in en zetten koers naar het Nationale park Etosha. We rijden van Opuwo naar Otjovasondu, daar kunnen we het park in volgens de reisgids van Tomas en Frederieke. De weg is geasfalteerd en we kunnen lekker doorrijden. Vlak voor Otjovasondu is er een politiecontrole, waar gecontroleerd wordt of we geen rauw vlees mee het gebied in nemen. Als we bij de poort van het park aankomen vraagt de parkranger of wij een reservering hebben bij de Dolomietpunt Lodge, zo’n 40 km verder het park in. Die hebben we niet?! De parkranger zegt dat we hier dan niet het park in kunnen. Tomas vraagt de parkranger hoe we dan kunnen reserveren. Hij krijgt een telefoonnummer en belt naar de Dolomietpunt Lodge. Als Tomas informeert of wij daar kunnen kamperen is dat niet mogelijk, wel kunnen we een kamer huren voor omgerekend 75 euro pp!!! En dat is exclusief park entrance. Dat is balen. We overleggen wat nu te doen. Als we naar de andere ingang moeten rijden, moeten we behoorlijk om rijden. Tomas belt nogmaals naar de lodge om te vragen of we misschien alleen een lunch kunnen nuttigen bij de lodge en dan door kunnen rijden naar Okaukuejo. Een plaats halverwege het park waar we wel kunnen kamperen. Tomas krijgt het voor elkaar, althans zo speelt hij dat over de telefoon (blijkt later), dat de parkranger denkt dat wij naar de Dolomietpunt Lodge gaan om te lunchen. We krijgen van de parkranger een permit en hij opent de poort voor ons. We moeten bij een kantoor 20km in het park de entree betalen. Wat nou de bedoeling was van dat gedoe bij de poort zijn we niet helemaal achter, maar kennelijk krijgt de parkranger een bonus van de eigenaar als hij weer wat toeristen zover heeft gekregen om bij de Dolomietpunt Lodge te overnachten. We zijn nog geen 10km het park ingereden of we zien al de eerste zebra’s en giraffen langs de weg. Toen ik in 2003 in Etosha was, was het park niet zo groen als nu. Ik was er toen ook eind oktober en dat is aan het eind van het droge seizoen. Nu zijn we hier halverwege het regenseizoen. Er liggen veel plassen op de weg en onze auto’s beginnen aardig vies te worden. We hadden gedacht niet zoveel wild te zien maar dat valt allemaal reuze mee. We zien zelfs aan het eind van de middag een groep leeuwen die even verderop op de vlakte liggen te luieren. Om 19.15u rijden we de camping op van Okaukujo. Net op tijd want om 19.30u sluiten zij de poort en dan moet je buiten het park logeren. Het is dezelfde camping waar ik in 2003 heb overnacht. Ze hebben daar een grote poel/drinkwaterplaats en als je mazzel heb komen daar neushoorns drinken. Helaas hebben wij die hier niet gespot. De camping heeft een wasserette en Fredrieke & Tomas halen snel wat muntjes om een wasje te draaien. Wendy ruimt de boel op en draait ook een was en ik ga vroeg naar bed want mijn maag/alvleesklierklachten zijn nog niet echt gezakt...

Etosha – Otjiwarongo (Namibie) 20-02-2012

Wat een nacht. Mijn klachten blijven aanhouden en het lijkt erop dat ik weer een ontsteking heb aan mijn alvleesklier. Heb ik dan toch een paar biertjes teveel gedronken de afgelopen dagen? Zoveel waren dat er nou ook weer niet, maar wel elke avond een paar? Toen ik hiervoor werd behandeld in het ziekenhuis mocht ik niet eten en kreeg ik veel vocht toegediend dus ben ik vanaf vandaag op dieet, alleen maar veel water drinken. We staan voor zonsopkomt op want we willen vroeg het park in. We rijden vandaag langs de Ethosha Pan naar Namutoni en doen nog veel alternatieve routes tussendoor. Omdat we midden in het regenseizoen zitten zijn sommige routes niet toegankelijk. Op de paden die we wel mogen rijden liggen enorme plassen, maar gelukkig rijden we 4x4. Dit hadden we dan ook echt nodig, want er zaten plassen bij waar we weer pittig doorheen moesten glibberen. De modderangst die we hebben overgehouden aan ons avontuur in Congo hebben we hier weer overwonnen!! Door het scherpe oog van Frederieke spotten we even later twee leeuwen vlak naast de weg. Wij hadden twee walkie talkies meegenomen en zo houden we de hele dag vanuit de auto contact met Tomas en Fredrieke. Tegen 14.00u staan we bij de poort van Namutoni en rijden dan richting Tsumeb om daar wat boodschappen te doen. Frederieke en Tomas hebben spullen gekocht voor een bbqen om onze laatste avond samen even gezellig af te sluiten. Want zij gaan morgen nl. richting Windhoek en wij richting Palmwag. We hebben een waypoint van een camping in de plaats Otjiwarongo en rijden daar heen. Wendy rijdt het laatste stuk want mijn buiklachten worden erger en ik neem hiervoor wat sterkere pijnstilling . Aangekomen op de camping zetten we tent op en Tomas en Fredrieke steken de braai aan. Wendy schuift gezellig aan, maar ik houd het bij water en moet lijdzaam toekijken naar al het lekkers dat voorbijkomt...

Otjiwarongo (Namibe) 21-02-2012

De pijn wordt niet minder en we besluiten een dagje langer op deze camping te blijven staan. Ik voel me zo slecht dat ik vandaag bijna niet de tent uit kom. Wendy neemt afscheid van Thomas en Fredrieke. We hebben afgesproken als we in Zuid-Afrika zijn weer contact met ze op te nemen. Wendy besluit de auto van binnen op te ruimen en de buitenkant te wassen want die zag er niet uit na ons Etosha avontuur. Ik leef de gehele dag alleen op water en pijnstilling....

Otjiwarongo – Palmwag (Namibie) 22-02-2012

In de ochtend voel ik mee redelijk maar de knagende pijn in mijn maagstreek blijft aan. Er moeten nog wat klusjes gedaan worden aan de auto. Bij het linkervoorwiel heeft aan de binnenzijde het spatbord losgelaten die ik even vast moet zetten met een paar nieuwe boutjes en moertjes. Verder check ik de tussenbakolie en de olie van het achterste differentieel, want beide zweten iets. Na deze klusjes zetten we koers richting Palmwag. Onderweg stoppen we in een stadje om een simkaart van Namibie te kopen. De route naar Palmwag is prachig, het landschap is zeer uitgestrekt en ruig. We krijgen nog wel een dikke onweersbui over ons heen. We zien links en rechts van ons de onweer richting aarde inslaan en we hopen maar niet dat wij worden getroffen. De laatste kilometers geef ik het stuur over aan Wendy want de pijn wordt weer erger, dus neem ik weer wat pijnstilling. Aan het eind van de middag arriveren bij de Palmwag Lodge. Hier heb ik in 2003 ook gestaan en als we mazzel hebben zien we vandaag of morgen nog een woestijnolifant. Deze komt volgens zeggen regelmatig de campsite bezoeken op zoek naar eten. De camping is erg luxe maar ook aan de prijzige kant. We krijgen voor dit geld wel een enorm ruime plek met eigen toilet en douche en uitzicht op een riviertje. Wendy maakt s’avonds een heerlijke pasta met gehakt en weer kijk ik lijdzaam toe hoe zij deze lekker zit op te eten...

Palmwag (Namibie) 23-02-2012

Mijn klachten blijven aan dus besluiten we even rustig aan te doen en hier nog een dagje langer te blijven. Wendy doet een wasje en zet de foto’s over van de camera naar de laptop en zoekt de mooiste uit. Alle elektrische apparatuur wordt ook weer opgeladen. Ik leef de gehele dag alleen op water en pijnstilling. Wendy informeert nog naar de kosten voor een gamedrive. Je kunt hier namelijk veel giraffen en woestijnolifanten spotten. Wendy heeft geen zin om alleen zo’n gamedrive te doen en voor 42 euro pp kunnen we nog heel veel andere leuke dingen doen en daarbij krijgen we vast nog wel genoeg giraffen en olifanten te zien de komende maanden. We gaan op tijd naar bed, mede omdat het vroeg begint te regenen en kijken voor het slapen gaan nog een film op de laptop.

Palmwag – Twijfelfontijn - Brandberg (Namibie) 24-02-2012

Vannacht was een hele slechte nacht. Ik heb bijna niet geslapen door de pijn en Wendy niet door mij. Als Wendy om 07.00u net onder de douche vandaan komt, komt er een andere campingast naar haar toegelopen om te zeggen dat er bij vlakbij hun campingplaats een olifant staat. Ze pakt gauw de camera en loopt met de buurman mee en inderdaad op nog geen 15 meter afstand staat daar dan een woestijnolifant lekker te grazen. Ik neem hiervoor toch ook maar de moeite om uit bed te komen en ga ook even kijken. Wat een fascinerend gezicht blijft het toch om wilde dieren van zo dichtbij te zien. We raken in gesprek met de andere campinggasten en krijgen van hen de tip om naar de White Lady Lodge te gaan, deze lodge ligt aan de voet van de Brandberg. Ondanks dat mijn klachten nog niet over zijn, besluiten we toch maar verder te reizen. We zetten koers richting Twijfelfontijn waar prehistorische rotstekeningen te zien zijn. Wendy rijd want ik leef de laatste dagen alleen maar op water en pijnstilling en voel me te vermoeid om te rijden. De route is prachtig. Als we bij Twijfelfontein aankomen zien we een bekende Toyota Landcruiser staan met Zwitsers kenteken. Die is van Jon en Regula, het stel die we in Luanda hebben ontmoet. Zij zijn met Tomas en Fredrieke door de congo’s gereden en zijn vanaf Luanda weer hun eigen weg gaan volgen. Als we bij de auto een lunch voorbereiden ontmoeten we Jon en Regula. Zij zijn blij verrast ons weer te zien. Zij komen net terug van de bezichtiging van de rotstekeningen. Volgens hen is het zeker een halfuurtje heen en een halfuurtje de berg op en af wandelen. Ik voel me te vermoeid en Wendy heeft geen zin om alleen te gaan dus slaan we de bezichtiging over. Ik neem tijdens de lunch een kopje bouillon, misschien ga ik me daar iets beter door voelen. Na de lunch rijden we samen met Jon en Regula naar de Burned Mountain. Jon en Regula moeten nog lunchen en doen hun lunch bij de Burned Mountain. De Burned Mountain is een zwarte rotspartij te midden van allemaal licht gekleurde rotspartijen. Jon en Regula zijn ook van plan om te overnachten bij de White Lady Lodge. Omdat ik me nog steeds zo beroerd voel besluiten wij alvast richting Brandberg te rijden. De route is wederom prachtig alleen de weg zit vol met wasbord en dat vind Wendy maar niets om over heen te rijden. Ik neem het stuur over en rijd zo’n 50 km en geef het dan weer over aan Wendy. De Brandberg is al van ver te zien en is erg mooi. Tegen 16.00u checken we in bij de White Lady Lodge. Zij hebben een ruim opgezette campsite met goede faciliteiten en uitzicht op de Brandberg. Elke kampeerplek heeft zijn eigen braaiplaats. We sprokkelen wat hout zodat we vanavond een kampvuur kunnen maken. Om 18.30u arriveren Jon en Regula en in de avond kletsen we gezellig met ze bij met op de achtergrond een mooi kampvuur...

Brandberg (Namibie) 25-02-2012

In de ochtend nemen we afscheid van Jon en Regula. Zij gaan richting Swakopmund en wij blijven nog een dagje staan. Het gaat gelukkig al iets beter, maar ik voel me nog steeds niet helemaal top. Tegen 10.00u lopen we naar de receptie van de lodge. Het was wel even zoeken want de camping is erg groot en aangezien we onze orientatie even kwijt waren van waar de receptie zich zou moeten bevinden en we ook geen kaart van de camping hadden duurde het even voor we de receptie hadden gevonden. We boeken nog een nachtje en blijven de hele middag lekker bij het zwembad hangen. Wendy neemt een overheerlijke tosti als lunch en ik mag weer lijdzaam toekijken. Ondanks dat ik pijn heb is mijn etenslust niet weg en loopt het water mij in de mond bij het zien van al dat lekkere eten. Bij het zwembad werken we wat aan ons blog want dat heeft een paar dagen op een laag pitje gestaan en ik krijg zowaar Wendy ook weer eens zover om wat te schrijven. Op de terugweg naar de auto sprokkelen we weer wat hout voor een kampvuur. Mijn klachten worden minder en in de avond krijg ik van Wendy wat soep met gekookte rijst. Als het donker begint te worden gaan we weer lekker ‘fikkie steken’ en genieten de rest van de avond van ons eigen gemaakte kampvuur...

Brandberg – Henties Bay (Namibie) 26-02-2012

Vanochtend gaat het al weer een heel stuk beter met John en daarom besluit hij voordat we richting Henties bay vertrekken eerst nog de rubbers van de achterste schokbrekers te vernieuwen, want een van de rubbers ontbrak al en de rest bijna... Het kost veel kracht om zo liggend onder de auto deze rubbers te vervangen en af en toe had John een handje van mij erbij nodig, maar het is gelukt en rond 11u vertrekken we vanaf de Brandberg. Ik (Wen) mag weer rijden, want John heeft wel even genoeg krachtsinspanning voor vandaag gedaan. De route naar Henties Bay is bijna een lange rechte weg door een steeds vlakker wordend landschap met veel zand, het doet ons een beetje denken aan de route door Mauritanie. Als we bij de camping komen ziet deze er nogal troosteloos uit, maar gelukkig zijn de voorzieningen wel heel goed. Ieder plekje heeft zijn eigen wc, douche en wastafels, hoe luxe is dat! We hebben ook electriciteit maar helaas nog geen goede stekker voor zuid-afrika, deze zit nl. niet op onze wereldstekker. John informeert bij de campingbaas of de supermarkt nog open gaat vandaag (het is nl. zondag) en dat is gelukkig het geval, om 17.00u. Tegen vijfen lopen we naar de Spar, die om de hoek van de camping ligt en shoppen daar weer even lekker rond. Kopen wat groente, vleeswaar en chippies!! Eindelijk weer eens een lekkere zak Doritos tegen een normale prijs! Ook vind John een stekker die hij aan onze verloopstekker kan monteren, zo creeeren wij gewoon onze eigen Zuid-Afrika stekker. ’s Avonds eten we een soepie waarin John zijn broodje kan dopen en ik beleg mijn broodje lekker met salami en kruidenboter, sorry John... We kijken nog een filmpje en gaan op tijd naar bed, want het koelt hier behoorlijk af. Ik neem voor het slapen gaan nog een warme douche en duik rozig mijn bedje in. Als we er net in liggen belt Maureen en klets ik nog even gezellig bij met mijn zussie, blijft toch fijn om zo nu en dan even iemand van het thuisfront te horen...

Henties Bay – Cape Cross – Swakopmund (Namibie) 27-02-2012

We worden op tijd gewekt door onze mede campinggasten (vissersmannen) dus gaan wij er ook maar uit. We doen een ontbijtje, smeren gelijk een broodje voor tussen de middag en vertrekken tegen negenen richting Cape Cross. Hier zit namelijk een hele grote zeeleeuwen kolonie en die willen wij wel even zien natuurlijk. Het is zo’n 50km naar Cape Cross dus we zijn er zo. Nadag we de entree hebben betaald moeten we nog een paar km doorrijden voor we bij het uitzichtpunt zijn. Mooi dat we zo vroeg zijn, want we zijn (tot nu toe) de enige toeristen. Bij het uit de auto stappen komt de stank ons al tegemoet, sjees wat kunnen die beesten stinken zeg! Gelukkig went ‘deze lucht’ vrij snel en kijken we onze ogen uit naar de immens grote populatie, ik heb nog nooit zoveel zeeleeuwen bij elkaar gezien. Wel valt het ons op dat het voornamelijk vrouwtjes en jongen zijn, de mannetjes liggen vast in zee want die zien we niet (of we kijken niet goed kan natuurlijk ook). We blijven zo een uurtje rondhangen en tegen de tijd dat de volgende toeristen aankomen hebben wij het wel gezien en vertrekken richting Swakopmund. De route is weer terug naar Henties Bay en daarvandaan nog zo’n 74 km naar Swakopmund. De route is niet heel mooi, maar rijd wel lekker door over een verharde zoutweg. In Swakopmund doen we eerst nog wat boodschappen bij de Shoprite (deze is toch wat goedkoper dan de Spar (tja ons ben zunig he’) en rijden dan richting Camp Sophia Dale, waar we een waypoint van hebben. Als blijkt dat deze camping nogal een eindje buiten Swakopmund ligt besluiten we om te draaien en een andere camping op te zoeken, eentje IN de stad. We vinden Camping Desert Sky Backpackers, een mooi hostel midden in de stad. Als we de tent hebben uitgeklapt lopen we meteen even de stad in, op zoek naar een internetcafe. Een maand lang hebben we geen blog geplaatst omdat we telkens slecht internet hadden en geen zin hadden om steeds op zoek te gaan naar internet. Maar nu wordt het toch wel weer hoog tijd ‘iets’ te plaatsen. We zijn al snel bij het winkelcentrum en vinden daar ook bordjes van een internetcafe. Ik (wen) loop eerst nog even een kledingwinkel in (heb nl. nieuwe slippers nodig) en John loopt alvast door richting het Internetcafe. Als ik later aan kom lopen zie ik John aan een tafeltje bij andere mensen zitten. Het zijn Jon en Regula. Leuk om ze weer tegen te komen en we drinken gezellig samen een bakkie cappuchino en thee. Als Jon & Regula zijn vertrokken checken wij in op het internet en blijven tot sluitingstijd hangen om ons blog met bijbehorende foto’s up te loaden. Terug op de camping kletsen we wat met een Engelsman Shane, die al 11 jaar in Nederland woont en heel aardig NL spreekt, eten een bord pasta en liggen er niet zo laat in want niet werken en heel veel mooie dingen zien vraagt veel van de mens...

Swakopmund (Namibie) 28-02-2012

Vandaag weer zo’n dag van niets moet, alles mag. Het wordt een lekkere rustige relaxte dag. In de ochtend werken wij ons blog bij en na de lunch typen we alvast wat emailtjes zodat wij die in een keer kunnen versturen als wij in het internetcafe zijn. Rond drieen lopen we weer richting centrum naar het internetcafe en plaatsen een nieuw verhaal op de site en sturen alle gemaakte emailtjes. Na een uurtje internetten lopen we via het strand terug naar het hostel. Al snel komt Shane weer een praatje met ons maken en we nodigen hem uit een biertje mee te drinken (en John een colaatje...). Ook al zitten we erg gezellig, op een gegeven besluit ik (Wen) toch alvast maar met het eten te beginnen. Aangezien we nogal veel hebben nodigen wij Shane uit mee te eten. Dat is goed, als wij hem helpen zijn salade op te eten. Goeie deal, wij zorgen voor de aardappelen en het vlees en Shane voor een lekkere salade en zo zitten we de rest van de avond lekker aan met z’n drietjes...

Swakopmund – Solitaire (Namibie) 29-02-2012

De bedoeling was vandaag vroeg op en dan richting Windhoek te rijden, om daar naar de Landrover garage te gaan. Maar ik had gisteravond een waypoint gevonden op de website van Dutch Courage dat er in Walvisbaai ook een Landrover garage zit, en Walvisbaai ligt hier 30km vandaan! Dat scheelt effe 270km! Dus na het ontbijt zetten we koers naar Walvisbaai. We rijden langs de kust, links de oceaan en rechts de woestijn. Rond 09.00u staan we bij de garage en we lopen het kantoor van de chef werkplaats binnen. Daar worden we hartelijk ontvangen en als ik uitleg waarvoor we komen wordt er gelijk naar onze auto gekeken. Na ons modder avontuur in Congo is het differentieelhuis van de achteras gaan zweten en die laten we even nakijken. Ik lig samen met 1 van de monteurs onder de auto en hij constateert een scheurtje in het huis. Hij checkt het oliepeil van de achteras en die is nog goed. De monteur zegt dat de scheur is ontstaan omdat de bescherming van het differentieel is vastgelast aan het huis, dat volgens hem niet de bedoeling is. Ik weet niet beter dat dat zo altijd heeft gezeten maar dat zeg ik de monteur maar niet. De monteur ziet tevens dat de tussenbak zweet en begint te grijnzen. Dat is echt een Landrover kwaal, zegt hij. Zelfs bij nieuwe Landrovers gaat na een paar duizend kilometer de tussenbak zweten op de wel bekende O-ringen, zegt hij. Ik vraag hem wat het gaat kosten om beide “lekkage’s” te repareren. Dat moet hij overleggen met de werkplaats chef, maar voordat hij dat doet checkt hij nog even alle vloeistoffen onder de motorkap. Na overleg krijgen we te horen dat zij drie dagen werk eraan denken te hebben en dat het ons omgerekend 4,5 a 5,5 honderd euro gaat kosten. We kunnen de auto morgen brengen en maandag weer ophalen. Op zaterdag wordt helaas niet gewerkt en om 5 dagen in Walvisbaai te vertoeven zien wij niet zo zitten. We vragen of het een probleem is als wij hiermee doorrijden tot aan Kaapstad. Het is absoluut (nog) geen probleem maar we moeten wel regelmatig het oliepeil blijven controleren. Dat deden we toch al... We hoeven niets te betalen voor deze service en we bedanken de mannen en rijden het centrum van Walvisbaai in om te pinnen, te tanken en nog wat boodschapjes te doen. Als we daarmee klaar zijn rijden we richting het plaatsje Solitaire vlakbij Sossusvlei. De route is prachtig, zoals eigenlijk HEEL Namibie. 30km voorbij het plaatsje Solitaire vinden we een camping Agama River Camp. Op deze camping heeft Houdoe-overland ook gestaan. Op het eerste gezicht lijkt de camping wat verlaten maar niets blijkt minder waar. We worden hartelijk ontvangen en we mogen staan waar we willen want we zijn de enige gasten. De omgeving is prachtig en de facilliteiten ook. We hebben zelfs een zwembad tot onze beschikking, waar we dan ook meteen gretig gebruik van maken want het is warm hier in de woestijn! In de namiddag nemen we ‘een chippie’ en doet Wendy een wijntje en ik een colaatje. Voor mij geen drank meer... Ik ben blij dat ik nu weer volledig pijn vrij ben. Tegen zevenen lopen we naar de receptie want daar boven op het dak is een uitkijk terras. Vanaf daar kunnen we de omgeving mooi overzien en bij zonsondergang moet het een prachtig gezicht zijn volgens de eigenaar. En daarvan is geen woord gelogen...

Solitaire – Sossusvlei - Sesriem (Namibie) 01-03-2012

We hebben heerlijk geslapen en doen in de ochtend lekker rustig aan. Wendy neemt na het ontbijt nog een duik in het zwembad en tegen tienen vertrekken we richting het plaatsje Sesriem nabij Sossusvlei. Sesriem is nog maar 60km rijden en de route is wederom prachtig. In Sesriem regelen we een plaatsje op de camping en onze vergunning om het NP Sossusvlei in te rijden. Omdat we op de camping in Sesriem staan krijgen we een vergunning voor 24 uur zodat wij morgenochtend de zonsopkomst kunnen zien op Dune 45. Als de kampeerplek is besproken rijden we Sossusvlei in. We rijden als eerste naar het verste punt van het park, de Death Vlei. Voordat we het zandpad op rijden naar Death Vlei, lunchen we nog even op de grote picknickplek ervoor. Daar staat een enorme nederlandse M.A.N. overland truck. Tja, je heb altijd baas boven baas... Als wij het geld hadden gehad, hadden wij ook wel zo’n truck gekocht, wat een gaaf ding! Na de lunch rijden we het 4x4 pad op richting Death Vlei en Sossusvlei. Het zand is aardig mul en we moeten Dizzy in de lage versnelling en het differentieelslot zetten, zo redden we het net. We hebben geen zin om de banden iets leeg te laten lopen, is ons teveel werk. We rijden een rondje, doen een kleine wandeling en rijden dan terug. Op de terugweg zien wij een vrouw over het zandpad lopen. Zij maant ons tot stoppen. Ze is helemaal overstuur. Ze zegt dat ze van het pad zijn afgereden en even verderop vast zijn komen te staan met de auto. Haar man staat nog bij de auto. Of wij haar kunnen helpen?! Wij hebben zelf al moeite om door het zand te komen en zoals eerder gezegd hebben wij niet zo’n zin om de bandenspanning aan te passen. We zeggen tegen de vrouw dat we hulp gaan vragen en die hun kant op zullen sturen. Op de picknickplaats verderop stonden meerdere gidsen met 4x4 auto’s. We rijden verder en als we het 4x4 pad verlaten zien we dat, de gidsen die daar op de heenweg nog stonden met hun 4x4 auto’s, nu allemaal vertrokken zijn. We kunnen die vrouw niet aan haar lot overlaten dus besluiten we terug te rijden. De vrouw was inmiddels terug gelopen naar waar zij dacht te staan met de auto, maar er is niemand meer op die plek?! Mogelijk dat ze zich vergist. We drukken een paar keer op de claxon in de hoop dat haar man hierop reageert. Dan zien we in de verte een witte auto onze kant op rijden, het is haar man. Hij heeft de bandenspanning aangepast en is zo losgekomen. De vrouw stapt bij ons in de auto zodat haar man kan blijven rijden. Terug op de verharde weg stapt de vrouw over en worden wij duizend maal bedankt (terwijl we niets hebben gedaan?). Wij rijden verder, terug naar Dune 45. We hadden gedacht de zonsondergang ook te doen op Dune 45 maar het is pas 15.00u. Dat wordt een lange zit tot zonsondergang, dus besluiten we door te rijden naar de Sesriem Canyon en vervolgens naar de camping. De Canyon is ook erg mooi om te zien. We blijven foto’s schieten. Terug op de camping nemen we een frisse duik in het zwembad en raken daar in gesprek met een reisgezelschap uit Canada. Zij reizen met een overland truck van Nairobi naar Kaapstad. Na het zwemmen nemen we een douche en als avondeten hebben we een heerlijke

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!